Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Buitenluchtaansluiting En Luchtaansluiting Aangrenzende Ruimte - Carrier 40KMC N-Serie Installationsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 50
Buitenluchtaansluiting en luchtaansluiting
aangrenzende ruimte
Fig. 48 - 49.
• De 40GKX units zijn voorzien van een z.g. 'knock-out'
(voorgeponste) opening in de omkasting.
Hierop kan een luchtkanaal worden aangebracht, waarmee de
unit verse buitenlucht kan aanzuigen.
• Verwijder de ingekeepte dampdichte isolatie aan de buitenkant
en doorboor de voorgeponste opening.
Luchtaansluiting aangrenzende ruimte
Trek op het polystyreen met een potlood de contouren na van de
binnenranden van de knock-out opening.
Snij het polystyreen weg en let er daarbij op dat u de
warmtewisselaar niet beschadigt.
Buitenluchtaansluiting
Verwijder het polystyreen uit de buitenluchtopening.
Breng, nadat het frame in de buitenluchtopening is geplaatst, de
meegeleverde isolatie aan om koudebruggen te voorkomen.
Monteer de grille.
• Gebruik kanalen die geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen van
60°C (continu).
Gebruik voor doorvoeren flexibel polyester (met spiraalkern) of
geribd aluminium dat aan de buitenkant is afgewerkt met
dampdicht materiaal (fiberglas, 12 +/- 25 mm dikte).
• Alle niet-geïsoleerde kanalen moeten worden afgewerkt met
dampdichte isolatie (bijv. neopreen, 6 mm dik).
Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd acht Carrier BV
zich niet aansprakelijk voor eventuele schade en vervalt de
garantie.
• Van de twee voorgeponste openingen mag er maar 1 worden
gebruikt voor het toevoeren van geconditioneerde lucht aan een
aangrenzende ruimte.
Dus niet allebei tegelijk.
• Het kanaalwerk kan worden gedimensioneerd volgens de
diagrammen, waarbij ook rekening moet worden gehouden met
drukverliezen door roosters en luchtfilters en de daarmee
samenhangende hogere geluidsniveaus in de kanalen.
Systeemconfiguratie
De units worden geconfigureerd in de fabriek (zie specifiek blad
met waarschuwingen).
In het geval de installatie van het systeem afwijkt van de originele
configuratie (gerapporteerd op het specifiek blad met
waarschuwingen) is het nodig de fabrieksconfiguratie te wijzigen.
Hiervoor moet de volgende procedure door de installateur worden
gevolgd.
Configuratie "alleen koelen" (van het systeem)
• Controleer alle elektrische aansluitingen (aan de hand van de
instructies en het elektrisch schema).
• Plaats de batterijen in de afstandbediening, maar laat hem UIT.
• Schakel de elektrische voeding van het systeem AAN.
• Houd de toetsen
en
van de afstandbediening gelijktijdig
langer dan 5 seconden ingedrukt.
• De display wordt leeg, in de tijdsegmenten wordt het eerste
configuratie-item afgebeeld (rAdr = adres op afstand) en in de
temperatuursegmenten wordt de standaard waarde voor dit
configuratie-item afgebeeld (Ab = regeling van beide binnen-
units).
• Druk net zo lang op toets
afgebeeld.
• Druk op toets
of
om de standaard waarde (HP =
warmtepomp) te wijziging in (CO = airconditioning).
• Druk de drukknop
in om de nieuwe configuratie naar de unit
te sturen, de unit zal de ontvangst van de configuratie met een
"BEEP" bevestigen.
66
40KMC---N
tot "UCFG" (unit configuratie) wordt
Fig. 50.
Buitenluchttoevoer
• De extra ventilatormotor (optie) voor buitenluchttoevoer moet
worden geregeld door een tweepolige Aan/Uit schakelaar met
veiligheidszekeringen (niet meegeleverd).
Om de luchthoeveelheid goed te kunnen regelen wordt het
aanbevolen een snelheidsregelaar te monteren.
Om problemen te voorkomen mag de maximale
buitenluchthoeveelheid niet meer bedragen dan 10% van de
totale luchthoeveelheid.
Voor buitenluchthoeveelheden hoger dan 10% wordt toepassing
van een apart luchttoevoersysteem met roosters aanbevolen
(voorbehandelde lucht).
• Monteer in het kanaal een toevoerluchtfilter om vervuiling te
voorkomen.
Dit filter maakt bovendien montage van een kanaalafsluitklep
overbodig bij langere uitbedrijfstelling.
Luchtaansluiting aangrenzende ruimte
• Voor het toevoeren van gekoelde lucht naar een
aangrenzende ruimte moeten 1 of 2 luchtgeleideschoepen
worden gesloten, overeenkomend met de kanalen.
Gebruik hiervoor de luchttoevoerrooster afsluitkit
(accessoire).
De kit mag niet worden toegepast op een unit met elektrisch
verwarmingselement.
In de scheidingswand tussen de geconditioneerde ruimte (waar
de unit is gemonteerd) en de aangrenzende ruimte, moet worden
voorzien in een retourluchtpad zoals in de tekening is
aangegeven.
• Het kanaalwerk kan worden gedimensioneerd volgens de
diagrammen, waarbij ook rekening moet worden gehouden met
drukverliezen door roosters en luchtfilters.
• In luchtkanalen naar aangrenzende ruimten mogen GEEN
koolstof- of elektrostatische filters worden toegepast.
• Druk op toets
om het configuratiemenu te verlaten.
Zie tabel VIII voor meer configuratie-opties.
Configuratie warmtepomp (van het systeem)
• Controleer alle elektrische aansluitingen (aan de hand van de
instructies en het elektrisch schema).
• Plaats de batterijen in de afstandbediening, maar laat hem UIT.
• Schakel de elektrische voeding van het systeem AAN.
• Houd de toetsen
en
van de afstandbediening gelijktijdig
langer dan 5 seconden ingedrukt.
• De display wordt leeg, in de tijdsegmenten wordt het eerste
configuratie-item afgebeeld (rAdr = adres op afstand) en in de
temperatuursegmenten wordt de standaard waarde voor dit
configuratie-item afgebeeld (Ab = regeling van beide binnen-
units).
• Druk net zo lang op toets
afgebeeld.
• Druk op toets
of
om de standaard waarde (CO =
airconditioning) te wijziging in (HP = warmtepomp).
• Druk de drukknop
in om de nieuwe configuratie naar de unit
te sturen, de unit zal de ontvangst van de configuratie met een
"BEEP" bevestigen.
• Druk op toets
om het configuratiemenu te verlaten.
Zie tabel VIII voor meer configuratie-opties.
tot "UCFG" (unit configuratie) wordt

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis