Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

SYNQ AUDIO RESEARCH SMX.2 Bedienungsanleitung Seite 26

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 32
NEDERLANDS
14. CROSSFADER: Wordt gebruikt om 2 ingangskanalen gemakkelijk met elkaar te
mixen. U moet bij deze kanalen dan wel de A/B toewijzingsschakelaars(6) juist
instellen.
15. SAMPLE EDIT TOETSEN: worden gebruikt om de begin en eindpunten van de
samples aan te passen. Zie verder in deze handleiding hoe U dit moet doen.
16. LOOP TOETS: wordt gebruikt om de sample in een naadloze loop te plaatsen. Zie
verder in deze handleiding hoe U dit moet doen.
17. CUE MIXING KNOP: Wordt gebruikt om in de koptelefoon het uitgangssignaal met de
voorbeluistering van de effect module en van de verschillende kanalen te mengen.
Draai deze knop volledig naar rechts als U enkel het uitgangssignaal wil beluisteren.
Draai de knop volledig naar links en U zal enkel de voorbeluistering horen die
geselecteerd werd met de CUE-toetsen (5, 20). Op elke tussenstand hoort u een mix
van beide signalen.
18. EFFECTS ON/OFF TOETS: Hiermee kan U de uitgang van de effect module aan en
uitschakelen.
19. CUE LEVEL: Hiermee wordt het volume van de koptelefoon geregeld. Opgelet, door
het hoge uitgangsvermogen kan, bij slecht gebruik, gehoorbeschadiging optreden!
Matig het uitgangsvermogen!
20. EFFECTS CUE: Wanneer de mixer in effect modus werkt kan u elk effect checken
vooraleer u dit in aan uw mix toevoegt. Wanneer de mixer in sampler modus werkt, kan
u omschakelen in "jingle modus" ( de knop brandt )
21. KOPTELEFOON UITGANG: Hier kan elke koptelefoon voorzien van een ¼" jack
worden aangesloten.
22. TAP/REC TOETS: Deze toets heeft 2 functies, afhankelijk van de gebruiksmodus:
 Effect modus (TAP TOETS): Bijna alle effecten zijn beat gesynchroniseerd.
Daarom is de SMX-2 uitgerust met een volautomatische digitale beatcounter. In
sommige, geïsoleerde gevallen kan het zijn dat de automatische beatcounter niet
correct telt. (beats vallen buiten het bereik van de counter of er is gewoon geen
beat om te tellen) In deze gevallen kan U de beatcounter helpen door manueel in
het ritme van de beat op de TAP-toets te drukken. Zodra U dit doet zal de toets
oplichten om aan te geven dat de automatische beatcounter werd uitgeschakeld.
De automatische beatcounter wordt terug ingeschakeld door de TAP-toets
gedurende enkele seconden in te drukken.
 Sampler mode (REC TOETS): deze toets wordt gebruikt om de sampler tussen
opname en weergave mode om te schakelen. In weergave mode licht de REC-
toets op. Druk de toets nu éénmaal in om de sampler in opname mode te
schakelen: de REC-toets zal nu knipperen. Druk één van de 5 weergave toetsen
(23) in om de opname te starten of druk de REC-toets opnieuw in om naar de
weergave modus terug te keren. Kijk verder in deze handleiding om perfect te
leren hoe je een sample moet opnemen.
23. PRESET/WEERGAVE TOETSEN: deze toetsen hebben 2 verschillende functies:
 Sampler modus (RODE WEERGAVE TOETSEN): De 5 toetsen worden nu
gebruikt voor het afspelen van de samples. Men kan 1 sample aan elke toets
toewijzen. Het is erg eenvoudig om te zien welke toetsen een sample bevatten:
de toets kleurt rood als hij een sample bevat en licht niet op als hij geen sample
bevat.
 Effect modus (GROENE PRESET TOETSEN): De 5 toetsen worden nu gebruikt
voor het oproepen van voorinstellingen van verschillende effecten. Er zijn 2
verschillende soorten effecten: beat gesynchroniseerde effecten (echo, auto pan,
SYNQ®
47/119
HANDLEIDING
SMX-2
NEDERLANDS
flanger, auto filter, trans) en niet beat gesynchroniseerde effecten (manual filter,
reverb, pitch shifter)
oBeat gesynchroniseerde effecten: Onder deze toetsen zitten per effect
voorinstellingen geprogrammeerd. Afhankelijk van het geselecteerde effect
hebben deze voorinstellingen betrekking op het
frequenties, percentages van de toonhoogte, enz...
één van volgende markeringen: 2 – 4 – 8 – 16 – 32. Deze waarden staan in
verhouding tot de gemeten beat. Bij het indrukken van een preset zal deze
oplichten. Door de "X-parameter knop"(26) ingedrukt te houden terwijl U de
presets 2 - 4 - 8 of 16 selecteert, kan U extra presets oproepen. In dat geval
zal de ingedrukte preset knipperen om aan te geven dat de opdruk boven de
toets (1/8, 1/4 – ½ or 1/1) gekozen werd. Bij het overschakelen naar andere
effecten zal de effect module de laatst gekozen instelling van het vorige
effect blijven onthouden.
Voorbeeld: als het "echo" effect ingeschakeld is en U kiest voor
preset "2" dan zal U merken dat de muziek iedere 2 beats herhaald
wordt. Als U preset "4" kiest dan herhaalt de muziek zich iedere 4
beats. Kies de ½-preset als U de muziek iedere halve beat wenst te
herhalen.
oNiet beat gesynchroniseerde effecten: bij deze effecten is de opdruk van
de toetsen niet van belang. De SMX-2 is reeds voorzien van een aantal
standaard presets. De parameters van deze presets kunnen echter met de X
en Y-parameterknoppen (24, 25) naar believen worden aangepast. Om de
nieuwe instellingen op te slaan houdt U gewoon de X-parameterknop (24)
ingedrukt terwijl U één van de 5 preset toetsen (23) indrukt. De standaard
parameters worden nu vervangen door uw eigen instellingen. Per effect
kunnen er tot 5 eigen voorinstellingen geprogrammeerd worden. U kan deze
instellingen natuurlijk steeds aanpassen en opnieuw opslaan.
24. X-PARAMETER KNOP: deze knop heeft meerdere functies:
 Effect modus: aanpassen van de X-parameter van de verschillende effecten. Als
U deze knop samen met één van de 5 preset toetsen indrukt dan bekomt U extra
mogelijkheden:
oBeat gesynchroniseerde effecten: U kan extra voorinstellingen oproepen.
oNiet beat gesynchroniseerde effecten: U kan uw eigen parameters onder
de preset toetsen opslaan.
 Sampler modus: er zijn 2 verschillende functies:
oWeergave/opname modus: zoek de geschikte geheugenbank en druk de X-
parameter knop 1maal in om deze te selecteren.
oSample edit modus: wordt gebruikt om het exacte begin/eindpunt van een
sample op te zoeken. (verder in deze handleiding leert U hoe U een sample
moet aanpassen)
25. Y-PARAMETER KNOP: Hiermee wordt de "Y" parameter van de effecten aangepast.
De functie van deze knop is voor elk effect verschillend, lees punt 27 voor meer
informatie.
26. EFFECT INPUT SELECTIE: Hiermee kiest u welk signaal er naar de "effect send"
uitgang(46) en naar de effect/sampler module wordt gestuurd. Dit zijn de verschillende
mogelijkheden:
 Eén van de ingangskanalen.
SYNQ®
48/119
HANDLEIDING
aantal beats,
filter
Deze toetsen hebben
SMX-2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis