Technische Gegevens - Niko 420-0000X Bedienungsanleitung

420-0000X
4.2. Netwerk
U kan max. 30 rookmelders met elkaar verbinden. Als één rookmelder uit het netwerk rook detecteert, genereren alle gekoppelde rookmelders een alarmsignaal.
Enkel de rode LED van de rookmelder die rook detecteert, knippert snel. Als u op de testknop drukt, genereren alle gekoppelde rookmelders een alarmsignaal.
Om de rookmelders te koppelen, verbindt u de aansluitklemmen 'a' en 'b' van de verschillende rookmelders met elkaar. Voor de aansluitingen, zie fig. 4 en
fig. 5. Gebruik voor de koppeling een standaard datakabel.
De aansluitklemmen voor de voedingsspanning ('N' en 'L') en de netwerkkoppeling ('a' en 'b') zijn volledig galvanisch gescheiden. Gekoppelde rookmelders
kunnen op één gemeenschappelijke fase of op verschillende fasen aangesloten worden.
4.3. Add-on modules
De relaismodule wordt geleverd in de montagekap (fig.3). Vervang de oude montagekap zonder relaismodule gewoon door de nieuwe montagekap met
relaismodule. Maak de aansluitingen op de relaismodule. Hou de 230V-aansluiting (SELV) gescheiden van de aansluitingen voor het relais. Het relais schakelt
bij een alarmmelding van de rookmelder. De relaismodule kan gebruikt worden om andere meldingselementen zoals b.v. flitslichten, hoorns... te activeren of
de alarmmelding door te geven aan de Nikobus-installatie.
4.4. Controle
Test de rookmelder enkel met behulp van de testknop. Test de rookmelder niet met kaarsen, vuur, sigaretten enz. Test alle rookmelders wekelijks en zeker na
enkele weken afwezigheid.
Druk op de testknop tot het alarm afgaat. U hoort een pulserende alarmtoon (zie tabel onder 4.1.). Alle melders die aan de melder gekoppeld zijn, moeten ook afgaan.
Na 3s gaat de rookmelder terug in standby-toestand. Het alarm stopt. Herhaal de hierboven vermelde testprocedure voor elke gekoppelde rookmelder.

5. TECHNISCHE GEGEVENS

- Volgens de norm: ...................EN14604:2005
- Keurmerken: .........................BOSEC; KOMO; Goedgekeurd Keurmerkinstituut
- Voedingsspanning: .................230V~ ± 10%, frequentie 50Hz
- Noodstroomvoorziening: .........9V batterij (type:IEC LR 61) size code: PP3 9V, IEC code: 6LR61
- Levensduur van de batterij: ....5 jaar (bij continu gebruik: 1 jaar)
- Akoestisch alarm: ..................85 dB(A)
- Maximale detectiezone: ..........80m
- Werkingstemperatuur: ............0 tot 40°C
- Opslagtemperatuur: ...............-5 tot 70°C
- Beschermingsgraad: ..............IP40
- Batterijuitvalsignaal: ...............1 keer per minuut gedurende 30dagen wordt een signaal gegeven
- Aansluitklemmen: ..................230V~: 2 schroefklemmen, 2 x 1,5mm
- Relaiscontact: ........................N.O. 1A, 250V~
6. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIK + ONDERHOUD
a. De rookmelder schoonmaken
Maak de rookmelder regelmatig schoon, vooral wanneer hij op een stoffige plaats geïnstalleerd is. Dit zal de kans op foutmeldingen, veroorzaakt
door stof en vuil, verkleinen. Gebruik een vochtige doek en droog de melder vervolgens zorgvuldig af. Schilder de melder nooit. Stel de melder
nooit bloot aan water. Als dicht bij de melder schilder- of bouwwerkzaamheden plaatsvinden, bedek hem dan tijdelijk met een plastic zak. Plak
de rookmelder niet af om hem niet te beschadigen.
WAARSCHUWING: Schakel de stroom uit vooraleer u de rookmelder schoonmaakt.
NL
2
relais: 2 schroefklemmen, 2 x 1,5mm2 per klem of 1 x 2,5mm2 per klem, Ho7V-U: 0,75mm
netwerk: 2 schroefklemmen, 2 x 0,75mm2 per klem, standaard datakabel UTP cat.5E
per klem of 1 x 2,5mm per klem, Ho7V-U: 1,5mm
2 2 2
2
5