Richting (roll- en nick-trimmen) (afb. Q)
Als de quadrocopter voor- of achterwaarts be-
weegt zonder dat u de stuurhendel bedient, dan
kunt u dit corrigeren met nick-trimmen. Als de qua-
drocopter naar voren vliegt, duwt u de knop voor
nick-trimmen (2m) naar achteren, en omgekeerd.
Met de trimm-instelling heft u de ongewenste
beweging op.
Als de quadrocopter zelfstandig zijwaarts beweegt,
dan kunt u dit corrigeren met roll-trimmen. Als de
quadrocopter naar links zweeft, dan duwt u de
knop voor roll-trimmen (2n) naar rechts, en omge-
keerd. U heft zo de ongewenste beweging op.
Kalibratie (afb. R)
Het kan voorkomen dat de quadrocopter oncon-
troleerbaar vliegt en moet worden gekalibreerd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Plaats de quadrocopter (1) op een vlakke
ondergrond die waterpas is.
2. Beweeg tegelijkertijd de gashendel (2d) en de
stuurhendel (2e) kort naar rechtsonder.
De ledpositielampjes (1b) van de quadrocop-
ter gaan knipperen. Zodra deze stoppen met
knipperen, is de kalibratie beëindigd en is de
quadrocopter gereed om te vliegen.
Aanwijzing: Herhaal de kalibratie wanneer de
quadrocopter nog steeds ongecontroleerd in een
richting vliegt.
Reiniging, reparatie en opslag
De quadrocopter moet altijd droog worden
gehouden. Na elke vlucht moeten eventuele
vervuilingen zoals wol, haren, stof enz. worden
verwijderd. Gebruik voor het reinigen een droge
doek en voorkom dat de elektronica, accu en
motoren in contact komen met water.
Berg de quadrocopter op een droge, stofvrije
locatie op, buiten directe invloed van zonlicht.
Neem een opslagtemperatuur tussen 15 °C en
25 °C in acht.
Koppel de accustekker (3a) los van de
quadrocopterstekker (1f) en de laadkabel
(5). Verwijder de batterijen (4) uit de
afstandsbediening.
Rotorbladen verwisselen (afb. B)
Let op! Plaats altijd de met een A
gemarkeerde rotorbladen op de met een
A gemarkeerde rotorbescherming.
Volg dezelfde werkwijze voor de met
een B gemarkeerde rotorbladen.
Verwissel de rotorbladen (A en B)
meteen als ze beschadigd zijn.
Aanwijzing: Bij beschadigde rotorbladen
bestaat het gevaar dat er tijdens het gebruik
materiaaldeeltjes loskomen die kunnen leiden tot
beschadigingen aan of gevaar voor de omgeving.
Er zijn twee verschillende soorten rotorbladen die
door middel van de markeringen A en B (links- en
rechtsdraaiend) kunnen worden onderscheiden.
De markeringen (de letter A of B) op de
rotorbladen moeten overeenstemmen met de
markeringen op de quadrocopter (1).
Ga voor het verwisselen van een rotorblad als
volgt te werk:
1. Trek het te verwisselen rotorblad voorzichtig
naar boven van de quadrocopter (afb. C).
2. Plaats het vervangende rotorblad (6) op
de plek waar zich eerder het beschadigde
rotorblad bevond.
Afvalverwerking
Voer het artikel en verpakkingsmaterialen in
overeenstemming met actuele lokale voorschriften
af. Verpakkingsmaterialen, zoals bv. foliezakjes,
horen niet thuis in kinderhanden. Berg het
verpakkingsmateriaal buiten het bereik van
kinderen op.
Apparaten die met het hiernaast afgebeelde
symbool gemarkeerd zijn, mogen niet samen
met het huisvuil afgevoerd worden. U bent
verplicht, dergelijke oude elektrische en elektronische
apparaten afzonderlijk af te voeren. Gelieve bij uw
gemeentebestuur naar de mogelijkheden van een
reguliere afvalverwijdering te informeren. Verwijder
de batterij uit het artikel vóór de afvoer.
NL/BE
45