3. De ledpositielampjes (1b) van de quadrocopter
(1) branden.
4. Beweeg de gashendel (2d) helemaal naar voren
en vervolgens helemaal naar achteren (afb. I).
Aanwijzing: Door deze procedure wordt een
verbinding tot stand gebracht tussen de quadro-
copter en de afstandsbediening. Als de gashendel
niet eerst naar voren en naar achteren wordt
bewogen, blijft de quadrocopter vergrendeld en is
deze niet gereed om te vliegen.
5. Er klinken signaaltonen uit de afstandsbediening
(2). De ledpositielampjes (1b) van de quadro-
copter (1) branden ononderbroken. De quadro-
copter is nu gereed om te vliegen (afb. I).
Quadrocopter besturen
U hebt verschillende mogelijkheden om te sturen:
Stijgen/dalen (gas) (afb. J)
Door bediening van de gashendel (2d) naar
voren wordt het toerental van de rotorbladen
verhoogd.
De quadrocopter begint op te stijgen.
Als u de gashendel naar achteren beweegt, wordt
het toerental van de rotorbladen verlaagd.
De quadrocopter begint te dalen.
Links/rechts zweven (roll) (afb. K)
Als u een beweging naar rechts of naar links wilt
uitvoeren zonder de quadrocopter te draaien, dus
zijwaarts zweven, beweegt u de rechter stuurhen-
del (2e) naar links of naar rechts. Hoe verder u de
stuurhendel stuurt, hoe sneller de quadrocopter
zijwaarts beweegt.
Vooruit/achteruit bewegen (nick)
(afb. L)
Als u de stuurhendel (2e) naar voren of naar
achteren beweegt, helt de quadrocopter in de
betreffende richting. Hoe verder u de stuurhendel
in de betreffende richting stuurt, hoe sneller de
quadrocopter vliegt.
Links/rechts draaien (gier) (afb. M)
Als u de gashendel (2d) naar links of naar
rechts beweegt, draait de quadrocopter rond de
hoogteas. Dit houdt in dat de quadrocopter op
dezelfde plek blijft en links- of rechtsom rond zijn
as draait. Hoe sneller u de gashendel beweegt,
hoe sneller de draaiing.
44
NL/BE
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de
gashendel (2d) teruggaat naar de uitgangspositie
wanneer u deze loslaat.
360°-salto (afb. N)
1. Stuur de quadrocopter (1) naar een hoogte van
ca. 4 m.
2. Laat hem zweven en duw één keer tegen de
knop (2c). Er klinkt een signaaltoon.
3. Beweeg de stuurhendel (2e) in de richting
waarin de salto moet worden gevlogen.
4. De quadrocopter maakt een 360°-salto.
Na de salto bevindt de quadrocopter zich in de
normale vluchtmodus en kunt u nog een salto
maken.
Druk opnieuw op de knop als u toch geen salto
wilt maken, maar wel al op de knop had gedrukt.
Aanwijzing: Voor een 360°-salto hebt u vol-
doende hoogte nodig (ten minste 4 meter).
Snelheid instellen (afb. O)
Op de afstandsbediening (2) kunt u de snelheid
voor de vlucht instellen door op de knoppen 2f,
2g en 2h te duwen. Als basisinstelling is de laag-
ste van in totaal drie snelheden ingesteld.
De snelheidsstand wordt in de snelheidsaandui-
ding (2i) weergegeven.
Snelheidsstand 1 (2h)
(pieptoon klinkt één keer)
Het onderste gedeelte van de snelheidsaandui-
ding (2i) brandt.
Voor de eerste pogingen en piloten met weinig
vliegervaring.
Snelheidsstand 2 (2g)
(pieptoon klinkt twee keer)
Het middelste gedeelte van de snelheidsaandui-
ding (2i) brandt.
Voor piloten met enige vliegervaring.
Snelheidsstand 3 (2f)
(pieptoon klinkt drie keer)
Het bovenste gedeelte van de snelheidsaandui-
ding (2i) brandt.
Voor zeer ervaren piloten.
Aanwijzing: Na het uit- en weer inschakelen
van de afstandsbediening is de quadrocopter
weer ingesteld op snelheidsstand 1.
Ledpositielampjes (afb. P)
Druk op de knop (2b) om de ledpositielampjes in
of uit te schakelen.