Philips A-Series Bedienungsanleitung Seite 28

Vinger- (of teen-) sensors
aanbrengen
Vingersensors voor volwassenen
Alle vingers behalve de duim, bij patiënten van meer
dan 50 kg.
• A-Serie: M1191A (kabel van 2 m.), of
• A-Serie: M1191AL (kabel van 3 m.), of
• Special Edition (SE) A-Serie: M1191ANL (kabel van 3 m.)
Pediatrische vingersensors
Alle vingers behalve de duim, bij patiënten tussen 15 kg en 50 kg.
• A-Serie: M1192A, of
• Special Edition (SE) A-Serie: M1192AN
Vinger- (of teen-) sensors voor peuters
Alle vingers behalve de duim, bij patiënten tussen 4 kg en 15 kg.
• A-Serie: M1195A, of
• Special Edition (SE) A-Serie: M1195AN
Stap De vinger- (of teen-) sensor aanbrengen
1 Kies een geschikte vinger (of teen) voor de afmetingen van de
sensor. M1195A en M1195AN: diameter tussen 7 mm en 8 mm.
2 Controleer of de lichtbron van bovenaf op de vingernagel is gericht.
3 Plaats de sensor op de vinger, waarbij de vingertop het einde van
de sensor mag aanraken, maar er niet doorheen mag komen.
4 Als u een M1191A, M1191AL of M1191ANL sensor voor
volwassenen gebruikt, maak de kabel dan op de RUG VAN DE
HAND vast met de bijgeleverde M1627A polsband.
5 Sluit de sensor aan op het instrument (of, als dat nodig is, op de
adapterkabel).
bevestiging bij
volwassenen afgebeeld
26