Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Makita DSL800 Bedienungsanleitung Seite 59

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für DSL800:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 30
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu wordt gebruikt
op een manier waardoor een abnormaal hoge stroom
wordt getrokken, stopt het gereedschap automatisch
en knippert de lamp. Wanneer dat gebeurt, schakelt u
het gereedschap uit en stopt u de toepassing die ertoe
leidde dat het gereedschap overbelast raakte. Schakel
vervolgens het gereedschap in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is,
stopt het gereedschap automatisch en brandt de lamp.
In dat geval laat u het gereedschap en de accu afkoelen
voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand "OFF".
LET OP:
De schakelaar kan in de aan-stand
vergrendeld worden, hetgeen bij langdurig
gebruik comfortabeler werkt. Wees extra voor-
zichtig wanneer u de schakelaar in de aan-stand
vergrendelt en houd het gereedschap altijd stevig
vast.
LET OP:
Breng de accu niet aan terwijl de
vergrendelknop is ingedrukt.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap niet
gebruikt, drukt u op de trekkervergrendelknop
vanaf de
-kant om de trekkerschakelaar te ver-
grendelen in de uit-stand.
► Fig.3: 1. Trekkervergrendelknop
► Fig.4: 1. Trekkerschakelaar 2. Vergrendelknop
3. Trekkervergrendelknop
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt ingeknepen, is een trekkervergrendelknop aange-
bracht. Om het gereedschap te starten, drukt u vanaf de
A-kant (
) op de trekkervergrendelknop en knijpt u de
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los om
te stoppen. Na gebruik drukt u op de trekkervergrendel-
knop vanaf de B-kant ( ).
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u
eerst de trekkerschakelaar in, drukt u daarna de ver-
grendelknop in, en laat u tenslotte de trekkerschakelaar
los. Om het gereedschap te stoppen, knijpt u de trek-
kerschakelaar helemaal in en laat u deze vervolgens
weer los.
Toerentalregelaar
► Fig.5: 1. Toerentalregelaar
Het toerental van het gereedschap kan worden veran-
derd door de toerentalregelaar te draaien. De onder-
staande tabel toont het cijfer op de toerentalregelaar en
het bijbehorende toerental.
Cijfer
1
2
3
4
5
KENNISGEVING:
wordt veranderd van stand "5" naar stand "1",
draait u de regelaar linksom. Draai de regelaar
niet met kracht rechtsom.
Indicatorlampje overbelasting en
oververhitting
► Fig.6: 1. Indicatorlampje
Als het gereedschap onder een buitensporig hoge
belasting wordt gebruikt, stopt het gereedschap auto-
matisch en gaat het indicatorlampje rood knipperen.
Verlaag in dat geval de belasting op het gereedschap.
Als het gereedschap oververhit is, stopt het gereed-
schap automatisch en gaat het indicatorlampje rood
branden. Laat in dat geval het gereedschap afkoelen
voordat u het gereedschap weer inschakelt.
Elektronische functie
Gereedschappen die zijn voorzien van een elektroni-
sche werking zijn eenvoudig te bedienen vanwege de
volgende functie.
Constant-toerentalregeling
Maakt een gladde afwerking mogelijk omdat het toeren-
tal constant wordt gehouden, zelfs bij belasting.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de aanloopschok.
59 NEDERLANDS
Toerental
-1
1.000 min
-1
1.200 min
-1
1.400 min
-1
1.600 min
-1
1.800 min
Wanneer de toerentalregelaar

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis