CAME Z series Handbuch Seite 21

) Tous les dispositifs de commande
doivent être reliés à la barrière
MASTER, tandis qu'il faut brancher
le dispositif de sécurité relié aux
bornes 2-C1 (ex. photocellule avec
fonction de réouverture), le dispositif
(ex. spire magnétique) relié aux
bornes 2-C5 (fermeture immédiate)
et les accessoires de signalisation
(ex. lampe clignotante à coupole
et cordon lumineux) pour chaque
barrière.
Esempio :
10 11 E6 E7 TS 1 2
2-C1
Pour ouvrir les deux barrières,
actionner le dispositif de commande
relié aux bornes 2-3. Quand la
barrière est ouverte, actionner le
dispositif de sécurité (bouton d'arrêt
obligatoire) relié aux bornes 1-2 et
actionner le dispositif de commande
relié aux bornes 2-3P pour ouvrir la
seconde barrière.
En cas d'urgence, une des
deux barrières est désactivée
en actionnant manuellement le
déblocage du motoréducteur avec la
clé et en positionnant l'autre barrière
en ouverture.
Alle stuurinrichtingen moeten op de
MASTER slagboom aangesloten zijn,
terwijl u voor elke slagboom moet
zorgen voor de aansluitingen van
de veiligheidsinrichting aangesloten
op de klemmen 2-C1 (bv. fotocel
met heropeningsfunctie), van de
inrichting (bv. magnetische winding)
aangesloten op de klemmen 2-
C5 (onmiddellijke sluiting) en van
de signaleringsaccessoires (bv.
maanvormig knipperlicht en lichtgevende
buis).
10-E7
10-E6
MASTER
3 3P 4 5 7 C1 C5
2-C5
Om beide slagbomen te openen
moet u de stuurinrichting aangesloten
op de klemmen 2-3 activeren,
met openstaande slagboom de
veiligheidsinrichting (stopknop
verplicht) aangesloten op de klemmen
1-2 activeren en de stuurinrichting
aangesloten op de klemmen 2-3P voor
de opening van de tweede slagboom
activeren.
In noodgevallen wordt indien per
ongeluk manueel met de sleutel de
deblokkering van de motorreducer
geactiveerd wordt, en een slagboom
geopend wordt, de andere slagboom
uitgeschakeld.
Alle Steuervorrichtungen
müssen an der HAUPT-Schranke
angeschlossen sein und für jede
Schranke sind die folgenden
Anschlüsse vorzunehmen: an den
Klemmen 2-C1 an geschlossene
Sicherheitsvorrichtung (z.B.
Photozelle für die erneute Öffnung),
an den Klemmen 2-C5 (sofortige
Schließung) angeschlossene
Vorrichtung (z.B. Magnetwindung)
und Anzeigevorrichtungen
(z.B. Kuppelblinkanlage und
Leuchtschnur).
10-E7
10-E6
SLAVE
10 11 E6 E7 TS 1 2 3 3P 4 5 7 C1 C5
2-C5
2-C1
Zum Öffnen beider Schranken, die an
den Klemmen 2-3 angeschlossene
Steuervorrichtung betätigen, bei
offener Schranke die an den
Klemmen 1-2 angeschlossene
Sicherheitsvorrichtung (Knopf für den
obligatorischen Stopp) und die an
den Klemmen 2-3P angeschlossene
Steuervorrichtung zum Öffnen der
zweiten Schranke betätigen.
Im Notfall, wenn von Hand die
Sperrvorrichtung des Getriebemotors
mit Schlüssel betätigt wird und sich
eine Schranke in Öffnungsstellung
positioniert, wird die andere
entsperrt.
9