Kettensaege_Benzin_468419.book Seite 210 Donnerstag, 7. April 2016 1:06 13
NL
Bij deze techniek wordt met de onderkant
van het zaagblad van boven naar onder
gezaagd. De zaagketting schuift hierbij het
apparaat voorwaarts van de gebruiker af.
Hierbij vormt de voorkant van het apparaat
een steun, die de tijdens het zagen ontstane
krachten op de boomstam opvangt.
Bij trekkend zagen heeft de gebruiker aan-
zienlijk meer controle over het apparaat en
kan hij terugslagen beter voorkomen.
Daarom verdient deze zaagtechniek de voor-
keur.
Schuivend zagen
Bij deze techniek wordt met de bovenkant
van het zaagblad van onder naar boven
gezaagd. De zaagketting schuift hierbij het
apparaat achterwaarts naar de gebruiker toe.
Als het zaagblad gekanteld wordt, kan het
apparaat met grote kracht naar de gebruiker
toe worden geslingerd.
Wanneer de gebruiker de achterwaarts
schuivende kracht van de zaagketting niet
door zijn lichaamskracht compenseert,
bestaat het gevaar dat alleen nog de punt
van het zaagblad contact maakt met het hout
en er daardoor een terugslag plaatsvindt
(► Gevaar voor terugslag! – p. 209).
Vallen van een boom
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Kap-
en snoeiwerkzaamheden mogen uit-
sluitend door getrainde personen
worden uitgevoerd! Er bestaat
gevaar van levensgevaarlijke ver-
wondingen!
210
A
Controleer vóór kapwerk of:
• er zich binnen het kapbereik geen perso-
nen of dieren aanwezig zijn
• er voor elke betrokken persoon een vrije
vluchtroute mogelijk is. Een terugtrek-
kende beweging (B) vindt in schuin
tegenovergestelde richting ten opzichte
van de valrichting plaats (A).
• het bereik rondom de stam vrij is van hin-
dernissen (struikelgevaar!).
• de volgende werkplek minimaal tweeën-
eenhalve boomlengte (A) verwijderd is.
Vóór het kappen moet de valrichting van
de boom worden nagegaan en moet
gewaarborgd worden dat er zich binnen
een afstand van tweeëneenhalve boom-
lengte geen voorwerpen, personen of
dieren bevinden.
2
1
~5 cm
Het kappen van een boom vindt plaats in
twee handelingen:
1. De stam moet ca. een derde van zijn dia-
meter aan de zijde van de valrichting wor-
den ingekerfd.
2. Op de tegenoverliggende zijde moet de
kapsnede worden aangebracht; deze
moet iets hoger liggen dan de kapnerf
(ca. 3–5 cm).
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Zaag
de boomstam nooit volledig door.
Het bereik (C) dient als „scharnier" en
zorgt voor een gecontroleerde val-
richting.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Stel u
tijdens het kappen uitsluitend aan de
zijkant van de te kappen boom op! Er
bestaat gevaar van levensgevaarlijke
verwondingen!
B
45°
45°
B