BEDIENING
De monitor gaat automatisch aan als de versnelling van het voertuig in zijn achteruit
wordt gezet.
Er zijn 6 bedieningsknoppen voor de gebruikers:
POWER (AAN/UIT) knop
Druk op de AAN/UIT knop om de monitor in of uit te schakelen. Als het beeld aan is, zal
de blauwe LED aan zijn. Als de monitor wel stroom krijgt, maar het beeld uit is, zal de
blauwe LED knipperen. Als de monitor uit is, kan er geen beeld verschijnen op het
scherm en is de blauwe LED uit.
MENU knop
Druk op de MENU knop om toegang te krijgen tot het menuscherm zoals
hieronder getoond:
drukt u op de menuknop totdat direction geselecteerd is. Door herhaaldelijk op de + of
– knop te drukken zijn er
oriëntaties beschikbaar.
verschillende instellingen
staat de camera en
positie te bevestigen
juiste beeld op de monitor houdt.
GUIDELINE (GELEIDELIJNEN) knop
Dit camerasysteem heeft de optie om
afstandsrichtlijnen op het scherm te tonen. Dit helpt u
om de afstand tussen de objecten achter uw auto te
visualiseren. Door op de geleidelijnen knop te drukken
kunt u deze optie in- of uitschakelen.
Druk herhaaldelijk op de MENU knop om brightness
(helderheid), contrast (contrast), color (kleur) of direction
(richting) van het beeld te selecteren. Druk op de + knop of
– knop om de instellingen van de geselecteerde eigenschap
te wijzigen. Druk op de + knop om de waarde te vergroten
en op de – knop om de waarde te verkleinen.
Selecteer exit op het scherm om het menuscherm
te verlaten.
Oriëntatie van het beeld op het scherm
Om de oriëntatie van het beeld op het scherm te wijzigen,
MENU
AUDIO + / +
AUDIO - / -
AUDIO UIT / GUIDELINE
AV INPUT
POWER
verschillende
Deze
stellen u in
monitor in elke
terwijl u het