Vervanging
1. Schakel de voedingsspanning uit met de externe
werkschakelaar. Het groene signaallampje moet
nu uit zijn.
2. Sluit de afsluiters (indien aanwezig) aan beide
zijden van de pomp af, of tap de installatie af.
3. Verwijder het deksel van de klemmenkast.
4. Verwijder de toerentalkeuzeschakelaar.
5. Verwijder de schroeven, pos. A en B, zie afb. 1.
Verwijder de plug en verwijder daarna de
schroef, pos. C, afb. 2.
Één fase pompen: Verwijder de condensator
beugel, pos. A en B in afb. 3.
Verwijder de klemmenkast.
6. Verwijder de vier schroeven, pos. E, zie afb. 4.
Verwijder de pompkop.
7. Monteer de nieuwe pompkop.
8. Draai de vier schroeven diagonaal aan met een
momentsleutel.
Koppel:
M8: 15 Nm.
M10: 22 Nm.
9. Monteer de klemmenkast.
Let op: Gebruik alleen zelftappende schroeven.
Voor een goed contact tussen de klemmenkast
en de motor moet de aardschroef, pos. B, afb.
en 2, juist gemonteerd zijn.
Één fase pompen: Bevestig de condensator
beugel, pos. A en B in afb. 3.
Plaats de nieuwe plug, geleverd bij de nieuwe
pompkop over de schroef van pos. C, afb. 2.
10. Monteer de toerentalkeuzeschakelaar. Het num-
mer van het overeenkomstige toerental is te zien
door het deksel van de klemmenkast.
11. Monteer de deksel van de klemmenkast.
12. Vul en ontlucht de installatie. De pomp ontlucht
zichzelf.
13. Verwijder, indien nodig, de inspectieschroef, pos.
D, afb. 4, voor het controleren van de draai
richting.
1
31