7. HULP BIJ STORINGEN
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees
dan eerst onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Probleem
De machine start niet of er wordt geen water toegevoerd:
Er wordt water toegevoerd, maar meteen weer weggepompt:
De machine centrifugeert niet of pompt niet:
Er ligt water op de vloer rond de wasautomaat:
Wasresultaten zijn niet tevredenstellend:
De machine vibreert of staat onrustig:
Het programma duurt te lang:
De machine stopt tijdens een programma:
Het machinedeksel kan tijdens een programma niet geopend
worden:
Lampje "
" brandt niet na afloop van een
TROMMELSTAND
wasprogramma:
Foutcode E40 verschijnt in het display :
Foutcode E20 verschijnt in het display :
Foutcode E10 verschijnt in het display :
Foutcode EA0 verschijnt in het display :
Wasverzachter komt tijdens het doseren uit de overloop:
* Afhankelijk van model
Oorzaak
•
de machine is niet correct aangesloten, de elektrische installatie werkt niet,
•
het machinedeksel en de trommelkleppen zijn niet goed gesloten,
•
u hebt het programma niet goed gestart,
•
er is een stroomstoring,
•
de watertoevoer is afgesloten,
•
de waterkraan is dicht,
•
de watertoevoer is geblokkeerd.
•
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofdstuk Installatie).
•
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
•
het afvoerfilter is verstopt,
•
de onbalansherkenning is in werking getreden; slechte verdeling van het
wasgoed in de trommel,
•
u hebt programma pompen of functie "nachtstand"
•
de afvoerslang hangt niet op de juiste hoogte.
•
te veel wasmiddel heeft te veel schuim gevormd en dat is overstroomd,
•
het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen,
•
de afvoerslang hangt niet goed,
•
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
•
de watertoevoerslang lekt.
•
het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen,
•
er zit te veel wasgoed in de trommel,
•
u hebt niet het juiste programma gekozen,
•
u hebt niet voldoende wasmiddel gedoseerd.
•
niet alle verpakking is verwijderd (zie paragraaf 3.1),
•
de machine staat niet waterpas of is niet goed gevuld,
•
de machine staat te dicht tegen de muur of meubilair,
•
het wasgoed is niet goed in de trommel verdeeld,
•
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
•
de watertoevoer is geblokkeerd,
•
er is een stroomstoring geweest of het water is afgesloten,
•
de oververhittingsbeveiliging van de motor is in werking getreden,
•
de temperatuur van het leidingwater is lager dan normaal,
•
het schuimherkenningssysteem is in werking getreden (te veel wasmiddel) en
de machine heeft het schuim verwijderd,
•
de onbalansherkenning is in werking getreden, een extra fase is toegevoegd
om het wasgoed beter in de trommel te verdelen.
•
er is een water- of stroomstoring,
•
u hebt spoelstop ingesteld.
•
lampje "
" is uit.
DEKSEL
•
de trommel kon de juiste positie niet bereiken door een voortdurende
onbalans; draai de trommel met de hand.
•
het machinedeksel is niet goed gesloten
•
het afvoerfilter is verstopt,
•
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
•
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk Installatie),
•
de afvoerpomp is verstopt,
•
de installatiesifon is verstopt.
•
de waterkraan is dicht,
•
de watertoevoer in de woning is afgesloten.
•
de kleppen van de trommel zijn open.
•
u hebt niet de juiste hoeveelheid gedoseerd,
•
de hevels aan de achterkant van het wasmiddelbakje zijn verstopt.
11
*
gekozen,