Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bediening Van De Machine; Gebruik Van De Machine; Elektronisch Systeem; Werking - Kerbl RotaBrush Classic Bedienungsanweisung

Elektrische kuhbuerste
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

BEDIENING VAN DE MACHINE

Vóór de inbedrijfstelling uit te voeren inspecties en controles:
Gebruik:
De elektrische koeborstel is ontwikkeld en vervaardigd als reinigingssysteem voor de huid van dieren (runderen). De machine mag
NIET VOOR ANDERE DAN DE AANGEGEVEN DOELEINDEN WORDEN GEBRUIKT.
Inschakelen:
• Het inschakelen van de koeborstel geschiedt door het drukken van het dier tegen de rol: Een microschakelaar activeert de draaiïng
van de rol, waardoor de reiniging zonder tussenkomst van personen van buitenaf zelfstandig door het dier wordt uitgevoerd.
• Met behulp van het motorstartcontact controleert de stuurkaart het begin en het einde van een arbeidscyclus. Wanneer het apparaat
wordt geactiveerd, vangt de stuurkaart aan met de rotatiecyclus van de rol. Wanneer het apparaat opnieuw wordt geactiveerd draait
de motor de rol in de richting tegengesteld aan die van de voorafgaande cyclus. Hierdoor wordt de rol evenwichtig gebruikt.

ELEKTRONISCH SYSTEEM

WERKING

De stuurkaart controleert de werking van de elektrische koeborstel. Hiervoor controleert deze het motorstartcontact, de looptijd, de
draairichting en de op de rol zelf uitgeoefende kracht. De stuurkaart werkt bij motoren van het type monophase, die in de stan-
daarduitvoering met 230VAC (max.1 PK) en in de uitvoering "A" met 115VAC (max. 0,5 PK) worden geleverd. Door middel van een
display worden mededelingen verstrekt. Daaronder vallen de draairichting van de motor en de eventuele optredende alarmen
Belangrijkste eigenschappen
• Motorbeveiliging met 10-ampère-zekeringen.
• Inschakelen van de motor met elektronische schakelaars (Triac).
• Weergave van mededelingen op het display.
• Bewaking van de netspanning.
Normale werking
Bij een uitgeschakelde maar in stand-by verkerende motor vertoont het display een knipperend lichtje: Dit betekent dat de stuurkaart is
geactiveerd. Met behulp van het motorcontact controleert de stuurkaart het begin en het einde van een bedrijfscyclus. Aan de koeborstel
wordt een hellingsensor met drie geleiders aangesloten. Wanneer het apparaat wordt geactiveerd, vangt de stuurkaart aan met het
rotatieproces van de borstel. Het proces heeft een duur van 90 seconden. Na elke functiecyclus volgt een pauze van 4 seconden. Wanneer
het apparaat opnieuw wordt geactiveerd, draait de motor de rol in de richting tegengesteld aan die van de voorafgaande cyclus. Daardoor
wordt de borstel evenwichtig gebruikt. Het display geeft de letter "r" of "l" weer, om de draairichting van de rol aan te geven.
Controle van het stroomverbruik
Het apparaat bewaakt de door de motor verbruikte stroom en zorgt hierdoor voor een correcte werking van de koeborstel.
In alle gevallen wanneer de stroom de ingestelde grenswaarde overschrijdt verandert de borstel van draairichting (motortoestand
geblokkeerd/verstoord). Wanneer dit meer dan vijfmaal plaatsvindt, waarbij de onderlinge duur onder de 6 seconden ligt, zendt de
stuurkaart een alarm uit en het display geeft het getal "5" weer. Dezelfde situatie kan zich herhalen wanneer de stuurkaart bij de
omschakeling van "motor ingeschakeld" naar "motor uitgeschakeld" geen wijziging constateert (situatie motor vastgelopen/doorge-
brand of stuurkaart defect). In dat geval schakelt het systeem echter onmiddellijk over naar de alarmtoestand om, zonder tijd te
verliezen, te voorkomen dat deze situatie zich vijfmaal herhaalt.; het display geeft het getal "4" weer. Bij het zich voordoen van een
van deze beide alarmen blijft de stuurkaart gedurende ca. 4 minuten in alarmtoestand, waarna de normale werking opnieuw intreedt
Controle van de over- en onderspanning in het stroomnet
De stuurkaart zorgt voortdurend voor de bewaking van de netspanning (230/115V). Wanneer de stuurkaart waarden vaststelt die
de stuurkaartelectronica of de motor zouden kunnen beschadigen, dan wordt de borstel uitgeschakeld. Deze alarmsituaties zijn via
de displaymeldingen "1" en "2" zichtbaar. De stuurkaart blijft in een van deze beide toestanden zolang het alarm aanhoudt
Controle van temperatuurverhoging
De stuurkaart bewaakt voortdurend de temperatuur binnen de behuizing. De kaart schakelt de rol uit wanneer deze een waarde
van 75ºC overschrijdt. Het display geeft het getal "3" weer en de stuurkaart blijft in dezelfde toestand zolang het alarm aanhoudt.
55

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cowcleaner swingRotabrush twin

Inhaltsverzeichnis