ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Controleer of het smeerkanaal van het
versnellingshuis schoon is. Maak schoon indien
nodig.
•
Controleer of het neuswiel van het zaagblad licht
loopt. Als de kettingsmering niet functioneert nadat u
bovenstaande controlepunten bent langsgelopen,
moet u contact opnemen met uw servicewerkplaats.
Slijtagecontrole van de snijuitrusting
Ketting
Controleer de ketting dagelijks:
•
Of er zichtbare barsten in klinken en schakels zijn.
•
Of de ketting stijf is.
•
Of klinken en schakels abnormaal versleten zijn.
We raden aan een nieuwe zaagketting te gebruiken om
de slijtage van de ketting die u gebruikt te controleren.
Wanneer de lengte van de snijtanden slechts 4 mm
bedraagt, is de ketting versleten en moet ze vervangen
worden.
Kettingaandrijftandwiel
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het abnormaal
versleten is.
Zaagblad
Controleer regelmatig:
•
Of er braam zit op de buitenzijden van het zaagblad.
Vijl weg indien nodig.
•
Of de zaagbladgroef abnormaal versleten is. Vervang
het zaagblad indien nodig.
•
Als de zaagbladneus abnormaal of ongelijkmatig
versleten is. Als er een "holte" ontstaat in waar de
radius van de zaagbladneus ophoudt, was de ketting
niet voldoende gestrekt.
•
Voor een zo lang mogelijke levensduur moet het
zaagblad elke dag omgedraaid worden.
WAARSCHUWING! Het gebruik van
!
defecte snijuitrusting kan het risico op
ongevallen vergroten.
–
Dutch
105