Conrad N150 Bedienungsanleitung Seite 129

• In het eerste confi guratievenster kunt u het IP-adres van het access point wijzigen. Het is zinvol
als u vb. een IP-adres in het bereik van uw router geeft om later zonder probleem opnieuw
toegang tot het access point te kunnen krijgen. Als uw router vb. het adres 192.168.178.1 heeft,
dan wijst u de AP bijvoorbeeld de IP 192.168.178.250 toe. U moet hier in acht houden dat de
eerste drie blokken dezelfde blijven en het laatste blok nog niet in uw netwerk voorkomt. Het
"Subnet Mask" laat u het best ongewijzigd.
• Klik nu op „Next".
• Op deze pagina wordt het WLAN geconfi gureerd. Indien gewenst, wijzigt u eerste de naam
van het WLAN. Voer daarom achter de „Network Name (SSID)" een willekeurige naam uit
letters en cijfers in. Underscores and koppeltekens zijn ook toegelaten.
Om de vergrendeling in te schakelen, opent u het menu na „Security Mode" en selecteert u
het best „WPA2-PSK". Voer in het veld „Pre-Shared Key" een zo veilig mogelijk wachtwoord
in. Hier zijn dezelfde tekens als bij de naam toegelaten. Het wachtwoord moet tenminste 8
tekens bevatten.
Klik op de toets „Apply" om de set-up op te slaan en af te sluiten.
129