Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Problemen Oplossen - Philips DreamStation Auto CPAP Benutzerhandbuch

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für DreamStation Auto CPAP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Problemen oplossen

Uw apparaat is uitgerust met een zelfdiagnose-instrument dat we de 'Performance Check' (Prestatiecontrole) noemen. Dit
instrument kan uw apparaat op fouten controleren. Het staat u toe, belangrijke apparaatinstellingen met uw thuiszorgverlener te
delen. Doe een Performance Check (Prestatiecontrole) indien uw thuiszorgverlener u dit opdraagt.
Onderstaande tabel bevat een aantal van de problemen die u met uw apparaat kunt ondervinden en mogelijke oplossingen voor die
problemen.
Probleem
Er gebeurt niets wan-
Het stopcontact
neer u het apparaat
werkt niet of de
van voeding voorziet.
stekker van het
De achtergrondver-
apparaat zit niet in
lichting van de knop-
het stopcontact.
pen licht niet op.
De luchtstroom
Er is mogelijk een
wordt niet ingescha-
probleem met de
keld.
blazer.
Het beeldscherm van
Het apparaat is
het apparaat gedraagt
gevallen of verkeerd
zich onregelmatig.
gehanteerd, of het
apparaat bevindt zich
in een ruimte met
hoge EMI-emissies
(elektromagnetische
interferentie).
De ramp-functie
Uw thuiszorgverle-
werkt niet wanneer
ner heeft geen ramp
u op de ramp-knop
voor u voorge-
drukt.
schreven of uw
therapiedruk is al op
de minimale waarde
ingesteld.
De luchtstroom is
De luchtfilters
veel warmer dan
kunnen vuil zijn.
gebruikelijk.
Het apparaat werkt
mogelijk in direct
zonlicht of dicht bij
een verwarmings-
toestel.
De druk van de lucht-
De instelling voor
stroom lijkt te sterk
het slangtype is
of te zwak.
mogelijk incorrect.
20
Waarom dit is
gebeurd
Als er netspanning wordt gebruikt, controleert u het stopcontact en of de apparaatstek-
ker op de juiste wijze in het stopcontact is gestoken. Zorg ervoor dat het stopcontact
stroom krijgt. Controleer of het netsnoer op de juiste wijze op de voeding is aangeslo-
ten en of het snoer van de voeding stevig op de voedingsingang van het apparaat is aan-
gesloten. Neem contact op met de thuiszorgverlener als het probleem niet is opgelost.
Retourneer zowel het apparaat als de voeding naar uw zorgverlener, zodat deze kan
vaststellen of het probleem aan het apparaat of aan de voeding ligt.
Controleer bij gebruik van gelijkspanning of de aansluitingen van de gelijkstroomkabel en
de accu-adapterkabel stevig vastzitten. Controleer de accu. Het kan nodig zijn deze op te
laden of te vervangen. Als het probleem aanhoudt, controleert u de zekering van de ge-
lijkstroomsnoer volgens de met de gelijkstroomsnoer meegeleverde instructies. Mogelijk
moet de zekering worden vervangen. Neem contact op met de thuiszorgverlener als het
probleem nog niet is opgelost.
Controleer of het apparaat op de juiste wijze van stroom wordt voorzien. Controleer of
het startscherm op de gebruikersinterface verschijnt. Druk op de therapieknop bovenop
het apparaat om de luchtstroom te starten. Als de luchtstroom niet wordt ingeschakeld,
is er mogelijk een probleem met uw apparaat. Neem voor hulp contact op met uw
thuiszorgverlener.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Sluit het apparaat weer aan op de
spanningsbron. Als het probleem aanhoudt, verplaatst u het apparaat naar een ruimte
met lagere EMI-emissies (uit de buurt van elektronische apparatuur zoals mobiele
telefoons, draadloze telefoons, computers, tv's, elektronische spelletjes, haardrogers,
enz.). Neem voor hulp contact op met de thuiszorgverlener als het probleem nog niet is
opgelost.
Als er geen ramp-functie voor u is voorgeschreven, bespreekt u deze functie met uw
thuiszorgverlener om te zien of hij/zij uw voorschrift zal wijzigen.
Als uw thuiszorgverlener de ramp-functie heeft geactiveerd, maar de functie nog steeds
niet werkt, controleert u de huidige drukinstelling op het therapiescherm. Als de the-
rapiedruk op de minimale waarde (4,0 cm H
dezelfde is als de therapiedruk, werkt de ramp-functie niet. Zorg dat de instelling ramp
time (ramp-tijd) >0 is.
Reinig of vervang de luchtfilters.
De luchttemperatuur kan enigszins variëren afhankelijk van uw kamertemperatuur.
Controleer of het apparaat op de juiste wijze wordt geventileerd. Houd het apparaat uit
de buurt van beddengoed of gordijnen die de luchtstroom rondom het apparaat kunnen
blokkeren. Zorg dat het apparaat verwijderd is van direct zonlicht en verwarmingsappa-
ratuur.
Als de luchtbevochtiger met het apparaat wordt gebruikt, controleert u de instellingen
van de luchtbevochtiger. Raadpleeg de instructies voor de luchtbevochtiger om te con-
troleren of de luchtbevochtiger op juiste de wijze werkt.
Neem contact op met de thuiszorgverlener als het probleem niet is opgelost.
Let erop dat de instelling voor het slangtype (22 of 15) overeenkomt met de door u
gebruikte slang (Philips Respironics 22 of 15 mm slang).
Als u gebruik maakt van verwarmde slangen staat de instelling op 15H en kan deze niet
worden gewijzigd.
Wat te doen
O) is ingesteld of als de ramp-begindruk
2
Gebruikshandleiding

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis