Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ingangen Voor De Activering; Inplugbare Ontvanger; Externe Antenne; Adi Interface - V2 CITY4 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

INGANGEN VOOR DE ACTIVERING

De stuurcentrale City4 beschikt voor de activering over twee
ingangen waarvan de functie afhankelijk is van de
geprogrammeerde werkwijze (zie het item St.rt van het
programmeermenu):
• Standaard werkwijze: een impuls op de eerste ingang
veroorzaakt de volledige opening (start). Een impuls op de
tweede ingang veroorzaakt de gedeeltelijke opening (start
voetgangers).
• Werkwijze Open/Dicht en Hold to run: een impuls op de
eerste ingang veroorzaakt altijd de opening en een impuls op
de twee ingang veroorzaakt altijd de sluiting. In de werkwijze
Open/Dicht is de instructie van het impuls-type, d.w.z. dat
een impuls de volledige opening of sluiting van het hek
veroorzaakt. In de werkwijze Hold to run is de instructie van
het monostabiele type, d.w.z dat het hek geopend of
gesloten wordt zolang het contact gesloten is en onmiddellijk
tot stilstand komt zodra het contact geopend wordt.
• Klokwerkwijze: is analoog aan de standaardwerkwijze, maar
het hek blijft nu (geheel of gedeeltelijk) open zolang het
contact op de ingang gesloten blijft. Wordt het contact
geopend dan begint de telling van de pauzetijd. Na het
verstrijken van deze tijd gaat het hek opnieuw dicht.
Deze functie maakt het mogelijk om binnen één dag de
openingstijden van het hek te programmeren met gebruik van
een externe timer. Het is hiervoor noodzakelijk de inschakeling
van de automatische sluiting van het hek te activeren.
Voor alle werkwijzen geldt dat aangesloten contacten normaal
geopende contacten moeten zijn.
Sluit de kabels van het systeem dat de eerste ingang bestuurt
aan tussen de klemmen P1 en P4 van de stuurcentrale.
Sluit de kabels van het systeem dat de tweede ingang bestuurt
aan tussen de klemmen P2 en P4 van de stuurcentrale.
De functie die aan de eerste ingang toegekend is kan ook
geactiveerd worden door op de toets UP ( buiten het
programmeermenu) te drukken of met gebruik van een
afstandsbediening waarop de functie op kanaal 1 bewaard is
(zie de instructies van de ontvanger MR1).
De functie die aan de tweede ingang toegekend is kan ook
geactiveerd worden door op de toets DOWN (buiten het
programmeermenu) te drukken of met gebruik van de
afstandsbediening waarop de functie op kanaal 2 bewaard is.

EXTERNE ANTENNE

Het wordt geadviseerd gebruik te maken van de externe
antenne model ANS433 ter garantie van het maximale
radiobereik. Sluit de kern van de antenne aan op klem A2 van
de stuurcentrale en de mantel op klem A1.

INPLUGBARE ONTVANGER

De stuurcentrale City4 is gereed gemaakt voor inpluggen van
een ontvanger van de serie MR1 met een super heterodyne
architectuur met hoge gevoeligheid.
LET OP: Voordat u de MR1 ontvanger inplugt schakelt u
eerst de voeding naar de stuurcentrale uit. Let bijzonder goed
op de richting van aansluiting van de uittrekbare modules.
De ontvangstmodule MR1 heeft 4 beschikbare kanalen en aan
elk daarvan is een instructie van de stuurcentrale City4
toegekend:
• KANAAL 1
START
• KANAAL 2
START VOETGANGERS
• KANAAL 3
STOP
• KANAAL 4
SERVICELICHTEN
LET OP: Voor de programmering van de 4 kanalen en van
de werklogica moeten de instructies die bij de ontvanger MR1
gevoegd zijn met aandacht gelezen worden.
INTERFACE
De stuurcentrale CITY4 is uitgerust met een ADI (Additional
Devices Interface) die de aansluiting van een serie optionele
modules van de V2 productenlijn mogelijk maakt.
Raadpleeg de V2 catalogus of de technische documentatie om te
zien welke optionele modules met ADI voor deze stuurcentrale
beschikbaar zijn.
LET OP: voor de installatie van de optionele modules
dient men de instructies die bij de afzonderlijke modules
gevoegd zijn, met aandacht te lezen.
Voor enkele toestellen is het mogelijk om de modus te
configureren waarmee ze met de centrale communiceren.
Bovendien is het nodig om de interface in te schakelen zodat de
centrale rekening houdt met de signaleringen die van het
ADI-toestel afkomstig zijn.
Raadpleeg het programmeermenu i.ADi om de ADI-interface in
te schakelen en toegang te krijgen tot het configuratiemenu van
het toestel.
Het ADI-toestel kan alarmen signaleren van het type fotocel, lijst
of stop:
• Alarm type fotocel - het hek stopt; wanneer het alarm
ophoudt gaat het weer open.
• Alarm type lijst - het hek draait de beweging gedurende
3 seconden om.
• Alarm type stop - het hek stopt en kan niet van start gaan
zolang het alarm niet eindigt.
49

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis