Monacor PA-24RCD Bedienungsanleitung Seite 21

4 Aansluiting
Schakel alle betrokken apparaten uit, voordat u
de verbindingen tot stand brengt / loskoppelt.
4.1 Audioapparatuur
Voor de aansluiting van de nageschakelde
apparaten (bv. versterkers, mengpanelen) zijn
meerdere uitgangen beschikbaar. Welk signaal
op welke uitgang beschikbaar is, hangt af van de
geselecteerde bedrijfsmodus:
1. Uitgangen (TUNER) CD / USB / SD CARD (25)
– Stereo-uitgang via cinch-jacks
L Links / R Rechts
– Mono-uitgang via een gebalanceerde
XLR-inbouwstekker
In de modus "Single" wordt het signaal van
de cd / mp3-speler (cd, USB-opslagmedium of
geheugenkaart) of het signaal van de tuner
naar de uitgangen gestuurd.
In de modus "Dual" wordt het signaal van de
cd / mp3-speler (cd, USB-opslagmedium of
geheugenkaart) naar de uitgangen gestuurd.
2. Stereo-uitgang TUNER (24) via de cinch-
jacks L Links / R Rechts
In de modus "Single" ontvangt de uitgang
geen signaal.
In de modus "Dual" wordt het signaal van de
tuner naar de uitgang gestuurd.
4.2 Antenne
Sluit de bijgeleverde FM-antenne (of een andere
antenne voor FM- of middengolfontvangst) aan
op de jack ANT (26).
Indien u zowel een FM-antenne als een mid-
dengolfantenne wenst aan te sluiten, moet u
deze via een antennewissel op de aansluiting
ANT aansluiten.
4.3 Voedingsspanning
Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de powerjack (21) en plugt u de stek-
ker ervan in een stopcontact (230 V~ / 50 Hz).
Als het apparaat ook bij een stroomuitval
moet blijven werken, sluit dan op de schroefklem-
men DC POWER (23) een noodstroomeenheid
van 24 V aan (bv. PA-24ESP van MONACOR).
Opmerking: Ook wanneer het apparaat is uitgescha-
keld, verbruikt het een geringe hoeveelheid stroom.
Trek daarom de netstekker uit het stopcontact en kop-
pel de noodvoeding eventueel los, wanneer u het appa-
raat langere tijd niet gebruikt.
5 Bediening
5.1 In- en uitschakelen
Om de speler in te schakelen, drukt u kort op de
toets POWER / STOP (20). Om uit te schakelen,
houdt u de dezelfde toets gedurende 3 secon-
den ingedrukt.
Na de ingebruikneming is steeds de laatste
bedrijfsstatus geactiveerd. Zo blijven bv. na het
uitschakelen of na een stroomuitval ingestelde
functies zoals trackherhaling of willekeurig
afspelen opgeslagen.
5.2 Bedrijfsmodus en
geluidsbron selecteren
Om tussen de modi "Single" en "Dual" om te scha-
kelen, houdt u de toets MODE (17) gedurende
ca. 3 seconden ingedrukt. De modus "Dual" wordt
DUAL
op het display met weergegeven.
5.2.1 De bedrijfsmodus Single
In de modus "Single" wordt het signaal van de
cd/ mp3-speler (van cd, USB-opslagmedium of
geheugenkaart) of het signaal van de tuner naar
de uitgangen (TUNER) CD/USB/SD CARD (25)
gestuurd. De uitgang TUNER (24) is in deze
bedrijfsmodus gedempt.
Selecteer met de toets MODE (17) de bron. Met
elke druk op de toets wordt omgeschakeld tus-
sen:
CD USB-opslagmedium Geheugenkaart Tuner .
Niet-beschikbare geluidsdragers worden hierbij
overgeslagen.
Op het display verschijnt de geselecteerde
bron. Als er een geluidsdrager geselecteerd is,
wordt deze ook door de overeenkomstige led (5)
weergegeven (knippert bij afspelen, licht continu
op bij pauze / stop).
5.2.2 Bedrijfsmodus "Dual"
In de modus "Dual" wordt het signaal van de cd /
mp3-speler (van cd, USB-opslagmedium of ge -
heugenkaart) via de uitgangen (TUNER) CD /
USB / SD CARD (25) verzonden en het signaal
van de tuner via de uitgang TUNER (24).
Om de tuner op het display te laten weergeven
en zodoende te kunnen bedienen, drukt u op de
toets BAND (9).
Om de cd / mp3-speler op het display te laten
weergeven en zodoende te kunnen bedienen,
drukt u op de toets MODE (17). Als er meerdere
geluidsdragers beschikbaar zijn, selecteert u de
gewenste geluidsdrager door meerdere keren
op de toets MODE te drukken. Met elke druk op
de toets wordt omgeschakeld tussen:
CD USB-opslagmedium Geheugenkaart .
Op het display verschijnt
, als de betreffende geluidsdrager niet
beschikbaar is.
De geselecteerde geluidsdrager wordt ook
door de overeenkomstige led (5) weergegeven
(knippert bij afspelen, licht continu op bij pauze /
stop).
5.3 Geluidsvolume en klank instellen
Voor de instellingen van het geluidsvolume en
de klank wordt de draaiknop VOLUME (11)
gebruikt.
In de modus "Dual" voert u de instellingen afzon-
derlijk voor de cd / mp3-speler en de tuner door.
[Met de toets BAND (9) wordt naar de bediening
van de tuner geschakeld, met de toets MODE
(17) naar de bediening van de cd / mp3-speler,
zie ook hoofdstuk 5.2.2.]
1) Om het geluidsvolume in te stellen, drukt u
een keer kort op de knop. Op het display ver-
schijnt en de huidige waarde (0 ... 100).
Stel het volume in door met de knop te
draaien.
Opmerking: U kunt het geluidsvolume ook direct,
d.w.z. zonder op de knop te drukken, wijzigen door
met de knop te draaien.
2) Om de lage tonen in te stellen, drukt u twee-
maal kort op de knop. Op het display ver-
schijnt en de huidige waarde (-10 ... 10).
Stel de lage tonen in door met de knop te
draaien.
3) Om de hoge tonen in te stellen, drukt u drie-
maal kort op de knop. Op het display ver-
schijnt en de huidige waarde (-10 ... 10).
Stel de hoge tonen in door met de knop te
draaien.
De betreffende weergave (
dwijnt van het display enkele seconden na de
laatste keer drukken op de knop.
5.4 De cd / mp3-speler bedienen
Zodra een geluidsdrager gebruikt / aangesloten
wordt , schakelt de cd / mp3-speler hiernaar om
en start het afspelen na het inlezen (autostart-
functie).
1) De geluidsdrager gebruiken / aansluiten:
– Schuif de cd in de sleuf (1) tot ze ingetrok-
ken wordt. Als er zich een cd in de speler
bevindt, wordt dit door het symbool van
een plaat weergegeven (draaiend tijdens
het afspelen van de cd).
– Verbind een USB-opslagmedium (bv.
USB-stick, USB-schijf met autonome voe-
ding) met de USB-aansluiting (3).
– Steek een geheugenkaart (afgeschuind
naar rechts en naar het apparaat gericht)
in de kaartsleuf (4) tot ze vergrendelt.
2) De tracks worden na elkaar afgespeeld. Na
afspelen van de laatste track, wordt opnieuw
de eerste track gestart (continuweergave).
Bij gewone audio-cdʼs geeft de tekstregel van
het display het tracknummer en de reeds ver-
streken speeltijd in minuten en seconden
aan:
Bij tracks in mp3-formaat verschijnt
display en de weergave in de tekstregel wis-
selt tussen:
bestandsformaat en tracknummer
, of en
Door meerdere keren op de toets DISP (19)
te drukken, kunt u ID3-tags (informatie over
de track, uitvoerder etc.) laten weergeven.
Als er geen ID3-tags beschikbaar zijn, ver-
schijnt
Opmerking: Door op de toets DISP te drukken,
worden niet alleen ID3-tags, maar ook informatie
over de ingestelde zender op de tuner getoond (zie
hoofdstuk 5.5.4, alinea "Informatie"). Druk enkele
keren op de toets DISP tot de gewenste informatie
wordt weergegeven.
3) Om het afspelen te onderbreken, drukt u op
de toets
der af te spelen.
4) Om het afspelen te beëindigen, drukt u op de
toets POWER / STOP (20). Op het display ver-
schijnt de respectieve geluidsdrager en
Door op de toets
afspelen met de eerste track.
Opmerking: Als de geselecteerde cd stilstaat en
wordt een nieuwe geluidsdrager aangesloten, scha-
kelt het apparaat hier niet automatisch naar om. Om
het afspelen te starten, drukt u op de toets
5) Om tussen de geluidsdragers om te scha -
kelen, drukt u op de toets MODE (17)
( hoofdstuk 5.2).
6) De geluidsdrager verwijderen:
– Om de cd uit te werpen, drukt u op de toets
EJECT (2).
Als de cd niet verwijderd wordt, trekt de
speler de cd na enkele seconden opnieuw
in, maar schakelt hij niet automatisch naar
, , ) ver-
afspelen van de cd. Om de cd te selecte-
ren, moet u, evt. meerdere keren, op de
toets MODE drukken.
– Koppel het USB-opslagmedium los van de
USB-aansluiting.
MP3
op het
bestandsnaam
op het display.
(12). Op het display verschijnt
. Druk opnieuw op de toets om ver-
te drukken, herstart het
.
NL
B
.
21