Velleman CTC1000SO Bedienungsanleitung Seite 13


De alarmduur van 1 seconde wordt voor het testen tijdens de installatie gebruikt.

De sirene wordt via het controlepaneel uitgeschakeld of wanneer de alarmduur afgelopen is.

Bij een lage batterijspanning weerklinkt tijdens de ingestelde alarmuur een onderbroken en geen
continu waarschuwingssignaal.

Bij inbraak-en paniekalarm weerklinkt een ononderbroken alarmsignaal horen.

Bij brandalarm weerklinkt een onderbroken waarschuwingssignaal van 3 korte pieptonen gevolgd
door een korte pauze. Deze wordt gedurende de ingestelde alarmduur herhaald.

Bij een wateralarm weerklinkt een onderbroken waarschuwingssignaal van 50% werkingscyclus aan
0.5 seconden en wordt gedurende de ingestelde alarmduur herhaald.
Het geheugen van de sirene wissen (fabrieksinstellingen terugzetten)

De sirene stelt zich opnieuw in en wist het geheugen wanneer de batterijen verwijderd worden.

Wacht 1 minuut en zet DIP-schakelaar op ON, alvorens u de batterijen opnieuw inbrengt.
De sirene laat een kort bevestigend signaal horen.

Staat DIP-schakelaar 6 op OFF, dan verliest de sirene de verbinding met het controlepaneel wanneer
deze heropgestart wordt.
Flitslamp

De flitslamp knippert, om de verschillende statussen weer te geven en kan met DIP-schakelaar 2
geprogrammeerd worden (Zie lijst met de positie van de DIP-schakelaar).

De flitslamp wordt via het controlepaneel uitgeschakeld of wanneer de alarmduur afgelopen is.
De sabotagebeveiliging instellen

Bij sabotage wordt de sirene gedurende de ingestelde alarmperiode ingeschakeld.

Houdt deze toestand aan, dan weerklinken 5 waarschuwingssignalen telkens het systeem of de
sabotagebeveiliging ingeschakeld wordt, om de fout aan te geven.

Een sabotagealarm op het controlepaneel instellen:
Ga naar de programmeermodus.
o
Kies "Devices+/-".
o
Selecteer "Program Siren" en druk op OK.
o
Selecteer "Siren tamp ON" of "Siren tamp OFF" en druk op OK.
o
Bevestigingstonen instellen

U kunt extra bevestigingstonen instellen, waarmee u kunt horen wanneer het systeem vanop afstand
in- of uitgeschakeld wordt (1 pieptoon: ingeschakeld of gedeeltelijk ingeschakeld, 2 pieptonen:
uitgeschakeld).

De configuratie kan via het controlepaneel uitgevoerd worden: Ga naar "Devices+/-", daarna
"Program Siren" en selecteer "Confirm On" of "Confirm Off". Op het controlepaneel:
Ga naar de programmeermodus.
o
Kies "Devices+/-".
o
Selecteer "Program Siren" en druk op OK.
o
Selecteer "Confirm ON" of "Confirm Off" en druk op OK.
o

U kunt het signaal in- of uitschakelen bij het activeren of deactiveren van het systeem. Op het
controlepaneel:
Ga naar de programmeermodus.
o
Kies "Devices+/-".
o
Selecteer "Program Siren" en druk op OK.
o
Selecteer "Confirm ON" of "Confirm Off" en druk op OK.
o
De ingangstoon in- of uitschakelen
U kunt het signaal bij het betreden van de woning in- of uitschakelen. Op het controlepaneel:
Ga naar de programmeermodus.
o
Kies "Devices+/-".
o
Selecteer "Program Siren" en druk op OK.
o
Selecteer "Entry Snd ON" of "Entry Snd OFF" en druk op OK.
o
V. 01 – 12/06/2013
CTC1000SO
13 ©Velleman nv