Beoogd Gebruik; Omschrijving Van De Onderdelen - VOLTCRAFT CO-50 Bedienungsanleitung

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Omgevingsluchtmeetinstrument CO-50
Bestnr. 10 13 15

Beoogd gebruik

De CO-50 is een stationair meetapparaat voor de registratie van de kooldioxide-concentratie (CO
omgevingslucht met een precieze en langdurig stabiele INDIR-meetmethode (niet-dispersieve-infrarood-
absorptiemeting). Het meetapparaat dient ervoor, het kooldioxide-gehalte in de lucht van een ruimte te con-
troleren om op tijd adequate maatregelen voor het luchten te kunnen nemen. Een verhoogd CO
tot vermoeidheid, concentratie- en prestatieverlies.
De gebruiker kan individueel twee kooldioxide-alarmwaarden instellen. De overschrijding van de waardes ini-
tieert een akoestisch alarm. Bovendien wordt de kwaliteitsstatus als stoplicht (groen/geel/rood)
weergegeven.
Tegelijkertijd worden de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid gemeten. De drie meetwaarden worden
tegelijkertijd in de display weergegeven. De meetinterval bedraagt ca. 5 seconden. Zo worden voortdurend
de actuele waarden berekend.
De interne sensor is hoogten- en temperatuurgecompenseerd, zo dat bij verschillende geografische
hoogtelagen en temperaturen altijd exacte meetwaarden worden berekend. De temperatuurcompensatie
geschiedt automatisch, de gebruikshoogte moet handmatig vooringesteld worden.
Een datalogger brengt de meetwaarden van de laatste 24 uur in kaart met een interval van 30 minuten. De
MAX-MIN-waarden kunnen ook worden opgevraagd.
Voor het gebruik is een netvoedingadapter nodig, deze is bijgeleverd. Een stroomvoorziening van 100 - 240
V/AC is voldoende via het openbare stroomnet.
Een meting onder ongunstige omstandigheden is niet toegestaan.
Ongunstige omgevingscondities zijn:
- vocht of hoge luchtvochtigheid,
- stof en brandbare gassen, dampen of oplossingsmiddelen.
Een ander gebruik dan hier beschreven leidt tot de beschadiging van het product. Het samengestelde pro-
duct niet wijzigen resp. ombouwen! De veiligheidsaanwijzingen moeten beslist in acht genomen worden!
Aanwijzingen betreffende veiligheid en gevaren
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in de gebruiksaan-
wijzing. Lees vóór de ingebruikname de complete handleiding door, deze bevat belang-
rijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Bij schaden, veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt ieder recht op
vrijwaring/garantie! Voor gevolgschade aanvaarden wij geen aansprakelijkheid!
Bij materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door onvakkundig gebruik of het niet naleven van de
veiligheidsaanwijzingen, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt de vrijwaring/garantie.
Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of aanpassen van het
apparaat niet toegestaan.
Zorg voor een correcte ingebruikname van het apparaat. Neem hierbij deze bedienhandleiding in acht.
Kooldioxide is een kleur- en reukloos gas. Let bij alle metingen op uw eigen veiligheid. In gebieden waar
industrieel hooggeconcentreerd kooldioxide wordt gebruikt mag dit meetapparaat niet voor de levens-
veiligheid van mens en dier worden ingezet.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in als het van een koude naar een warme ruimte werd over-
gebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden
beschadigen. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Het meetapparaat mag niet in explosiegevaarlijke gebieden resp. gebieden waar industrieel hooggeconcen-
treerd kooldioxide wordt gebruikt worden ingezet.
U mag het product niet blootstellen aan extreme temperaturen, sterke trillingen of hoge vochtigheid. Een
weergave is alleen nauwkeurig binnen het bereik van 0°C tot +50°C.
Raak de netvoedingadapter nooit met natte of vochtige handen aan. Er bestaat het gevaar van een levens-
gevaarlijke elektrische schok.
Trek de netvoedingadapter nooit aan de kabel uit het stopcontact. Pak de netadapter uitsluitend aan de
behuizing vast.
De behuizing mag niet geopend of gedemonteerd worden.
Elektronische apparaten zijn geen speelgoed en moeten buiten het bereik van kinderen gehouden worden.

Omschrijving van de onderdelen

®
°
Versie 08/10
) in de
2
-gehalte leidt
2
1 Display
2 Bedienings- en insteltoetsen
3 Stoplicht-alarmindicatie
4 Opening voor luchtmeting
5 Bus voor netadapter
6 Bus voor fabrieksprogrammering
(niet relevant voor de gebruiker).
Opstellen van het apparaat
Plaats het meetapparaat zodanig, dat er voldoende lucht van de ruimte doorstroomt. De luchtstroom voor de
meting komt via de achterkant in het apparaat (4). Vermijd krappe plekken bijv. tussen boeken etc. Dit om
het meetresultaat niet te beÔnvloeden. Let er ook op dat het apparaat niet per ongeluk kan vallen.
Kies een plaats, waar in de directe omgeving een stopcontact beschikbaar is.
Ingebruiknemen en bediening
Netvoedingadapter aansluiten
Het meetapparaat functioneert alleen met de bijgeleverde netadapter. Steek de laagspanningsteker van de
netvoedingadapter in de bus (5) aan de achterkant van het meetinstrument, tot deze er hoorbaar in vastklikt.
De steker moet vlak tegen het meetinstrument aanliggen.
Steek de netadapter in een stopcontact van het openbare stroomnet.
Wanneer alles juist is aangesloten, verschijnt in de display de meetweergave en de instructie „WARM UP".
Opwarmfase „WARM UP"
Na de eerste ingebruikname bevindt zich het meetapparaat altijd in de opwarmfase. De opwarmfase duurt
<60 sec. bij een omgevingstemperatuur van 22°C. Gedurende deze tijd kan het meetapparaat niet worden
bediend. Wacht u aub, tot de weergave „WARM UP" in de display verdwijnt. Daarna is het meetapparaat
gebruiksklaar.
Basisinstelling van de gebruikshoogte
De kooldioxidewaarde is afhankelijk van de gebruikshoogte (verschillen in luchtdruk). De instelling vindt
plaats als hoogtemeter ten opzicht van het zeeniveau (NAP). De gebruikshoogte moet op het meetapparaat
worden vooringesteld. In de afleveringstoestand bedraagt de hoogte 0 m. Om de waarde in te stellen op de
hoogte van uw geografische verblijfplaats, dient u als volgt te handelen:
- Druk 2x op de toets „Mode" resp. zo vaak tot het symbool „ALTI" knippert.
- Bevestig dit met de toets „Enter". In der weergave linksonder wordt de op dat moment geldende hoogte in
meters weergegeven. De meterweergave „m" knippert. De toets „mode" schakelt de eenheid om (m/ft).
- Kies met de toetsen „Up" en „Down" de hoogte, welke het dichtst bij uw verblijfplaats is. Rond de hoogte
naar boven of naar onderen af op de volgende honderd-waarde.
- Bevestig de invoer met de „Enter"-toets. Het meetapparaat is gebruiksklaar en toont de waarde voor kool-
dioxide en de temperatuur.
Meten van kooldioxidegehalte, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid
Het meetapparaat bevindt zich na de instelling van de gebruikshoogte in de automatische meetmodus. Het
kooldioxidegehalte wordt in de bovenste helft van de display weergegeven, de temperatuur in de helft links-
onder en de relatieve luchtvochtigheid in de helft rechtsonder.
De meetinterval bedraagt ca. 5 seconden en wordt door het waaiersymbool in de display weergegeven. Een
meting duurt altijd twee waaieromlopen.
Het meetapparaat heeft echter meer tijd nodig om nauwkeurige meetwaarden te leveren. Dit is ook
afhankelijk van de luchtstroming in de ruimte.
De kooldioxidewaarde kan na ca. 2 minuten worden afgelezen, de temperatuur is na ca. 20 - 30 minuten
gestabiliseerd.
Instellen van de kooldioxide-alarmgrens
Het meetinstrument maakt de individuele instelling van een kooldioxide-alarmwaarde in twee stappen
mogelijk. Worden deze waarden overschreden, dan springt het stoplicht op een andere kleur: Groen = geen
alarm, geel = alarmgrens 1 overschreden, rood = alarmgrens 2 overschreden. De vooringestelde waarden
zijn als volgt: Alarm 1 = >800 ppm, alarm 2 = >1200 ppm (ppm = parts per million = deeltjes per 1 miljoen)
en komt overeen met de normaal gebruikelijke grenswaarde op de kantoor-werkplekken. Bij actieve alarm-
functie klinkt bij het overschrijden van alarmgrens 2 een alarmtoon.
Ga als volgt te werk om de alarmwaarden te veranderen:
- Druk net zo vaak op de toets „mode" totdat het symbool „ALARM 1" of „ALARM 2" knippert.
- Bevestig dit met de toets „Enter". In de display wordt de actuele grenswaarde in ppm weergegeven.
- Kies met de toetsen „Up" en „Down" de gewenste grenswaarde. De instelling geschiedt in stappen van 50
ppm resp. vanaf 1000 ppm in stappen van 100 ppm. Toets „up" verhoogt de waarde, toets „down" verlaagt
de waarde.
- Bevestig de invoer met de „Enter"-toets. Het meetapparaat schakelt in het normale meetbedrijf terug.
Het akoestische kooldioxide-alarm aan- en uitschakelen
Het alarm is bij aflevering geactiveerd en wordt door het luidsprekersymbool in de weergave getoond. Bij het
overschrijden van alarmwaarde 2 (stoplicht staat op rood) wordt het akoestische alarm geactiveerd.
Ga als volgt te werk om het alarm uit- en aan te zetten:
- Druk 1x op de toets „mode" resp. zo vaak tot het symbool „MUTE" knippert.
- Bevestig dit met de toets „Enter". In de display wordt de stille alarmtoestand weergegeven (on =
geactiveerd (signaaltoon is uit), off = gedeactiveerd (signaaltoon is aan)).
- Kies met de toetsen „Up" en „Down" de gewenste toestand. Elke toetsbediening schakelt de toestand om.
- Bevestig de invoer met de „Enter"-toets. Het meetapparaat schakelt in het normale meetbedrijf terug.
- Bij een actieve signaaltoon is het luidsprekersymbool zichtbaar, bij een gedesactiveerde signaaltoon is het
luidsprekersymbool doorgestreept.
- Wordt tijdens de meting de alarmwaarde 2 overschreden, dan staat het stoplicht op rood en klinkt elke 5
seconden een alarm. Het alarm blijft zo lang hoorbaar, tot de waarde weer is genormaliseerd (door luchten
etc. ) of tot deze handmatig wordt gedeactiveerd.
Het buiten instellen van de kooldioxide-normaalwaarde
De kooldioxide-normaalwaarde is als referentie nodig, om het beluchtingspercentage (VENT RATE) te
kunnen berekenen. Als referentiewaarde wordt de algemeen geldige waarde van 400 ppm vooringesteld.
Ga als volgt te werk om de normale waarde te veranderen:
- Druk 5x op de toets „mode" resp. zo vaak tot het symbool „OUTSIDE" knippert.
- Bevestig dit met de toets „enter". In de display wordt de actuele normale waarde in ppm weergegeven.
- Kies met de toetsen „Up" en „Down" de gewenste waarde. De instelling vindt plaats in 10 ppm stappen.
Toets „up" verhoogt de waarde, toets „down" verlaagt de waarde.
- Bevestig de invoer met de „Enter"-toets. Het meetinstrument schakelt in het normale meetbedrijf terug.