Stihl MS 460 R Gebrauchsanleitung Seite 34

Nederlands
Voor het aanscherpen/slijpen van de
hardmetalen zaagketting alleen het
universele slijpapparaat USG met een
diamantschijf gebruiken. Hierbij volgens
de bij het USG behorende handleiding te
werk gaan.
De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke
hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van
de zaagketting, sterke slijtage – tot aan
het breken van de zaagketting.
Alle zaagtanden moeten even lang zijn.
Bij verschillende zaagtandlengtes zijn
ook de tandhoogtes verschillend,
hetgeen leidt tot een ruw draaiende
zaagketting en zelfs tot het breken van
de ketting.
Alle zaagtanden tot op de lengte
N
van de kortste zaagtand afslijpen
Dieptebegrenzerafstand
De dieptebegrenzer bepaalt de
spaandikte.
a richtafstand tussen dieptebegrenzer
en snijvlak (0,65 mm)
Dieptebegrenzer afvijlen
De dieptebegrenzerafstand wordt
kleiner bij het slijpen van de zaagtanden.
32
De dieptebegrenzerafstand moet na
N
elke keer slijpen worden
gecontroleerd en met behulp van de
USG worden afgeslepen
Instelwaarde op het slijpapparaat USG
+
A
-
+
-
B
Zaagketting 36 RDR
Zaagtand Dieptebegrenzer
rechts links
A +10 +10 +40
B 0 0 0
C +15 -15 0
Na het aanscherpen/slijpen
De zaagketting grondig reinigen, de
N
hieraan hechtende spanen of stof
verwijderen – de zaagketting
intensief smeren
Bij langere werkonderbrekingen de
N
zaagketting reinigen en ingeolied
bewaren
Reparaties
Het repareren van de zaagketting is
mogelijk met behulp van NG 3, NG 4,
NG 5 en NG 7.
Bij de zaagketting 36 RDR kunnen de
zaagtanden, de verbindingsschakels,
3 - kam - verbindingsschakel en de
aandrijfschakels worden gede- en -
monteerd (klinken).
+
-
C
MS 460 R