Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Opnemen Op Een Minidisc - Sony MDS-PC2 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Opmerkingen betreffende het opnemen
Automatische omzetting van de digitale
bemonsteringsfrequentie tijdens
opnemen
De ingebouwde bemonsteringsfrequentie-converter zet
automatisch de bemonsteringsfrequentie van de diverse
digitale bronnen om in de 44,1 kHz bemonsterings
frequentie van de minidisc-recorder. Dit betekent dat u
bronnen zoals 32- of 48-kHz DAT-cassettes of
satellietuitzendingen kunt beluisteren en deze kunt
opnemen, alsook compact discs en minidiscs.
Merk op dat u geen 22,05- of 96-kHz digitale bronnen met
deze minidisc-recorder kunt opnemen.
SCMS één-generatie kopieersysteem
(Serial Copy Management System)
Wanneer u digitale audio-opnamen maakt van digitale
media zoals CD's, MD's en DAT-cassettes, verkrijgt u
kopieën van zeer hoge kwaliteit aangezien de muziek
digitaal wordt verwerkt.
Om muziek waarop auteursrechten rusten te beschermen,
is deze minidisc-recorder uitgerust met het SCMS één-
generatie kopieersysteem, waarbij u een digitaal
opgenomen bron eenmaal digitaal-naar-digitaal kunt
kopiëren, maar dan niet nogmaals de kopie digitaal kunt
kopiëren.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie
via de digitaal-naar-digitaal verbinding.
Hieronder volgen een aantal voorbeelden:
• U kunt een digitale kopie maken van een in de handel
verkrijgbare digitale geluidsbron (bijv. een compact disc
of minidisc), maar het is niet mogelijk een volgende
kopie te maken van deze eerste-generatie kopie.
• U kunt een digitale kopie maken van een digitaal
opgenomen, analoge geluidsbron (bijv. een
grammofoonplaat of een muziekcassette) of van een
digitale satellietuitzending, maar het is niet mogelijk
een volgende kopie te maken van deze eerste-generatie
kopie.
Een eerste-generatie kopie is de eerste rechtstreekse opname van een
*
digitale geluidsbron via de digitale ingangsaansluiting van de
minidisc-recorder. Wanneer u bijvoorbeeld een opname maakt vanaf
een CD-speler die is aangesloten op de DIGITAL (OPTICAL) IN1
aansluiting, is dat een eerste-generatie kopie.
Opmerking
De beperkingen van het SCMS één-generatie kopieersysteem zijn
niet van toepassing wanneer u een opname via de analoog-naar-
analoog aansluitingen maakt.
14
NL

Opnemen op een minidisc

Hieronder ziet u de procedure voor het maken van een
normale opname. Als er reeds materiaal op de minidisc is
opgenomen, zal de minidisc-recorder automatisch
beginnen met opnemen aan het einde van de reeds
gemaakte opname.
MENU/NO
1
Schakel de versterker en de opnamebron in. Stel de
versterker in op de bron die u wilt opnemen.
2
Druk op de ?/1 schakelaar om de minidisc-recorder
in te schakelen.
*
maken
Het indicatorlampje van de schakelaar op het
voorpaneel dooft.
3
Plaats een voor opnemen geschikte minidisc in de
minidisc-recorder.
4
Druk herhaaldelijk op de INPUT toets om de
geluidsbron-aansluitingen te kiezen waarvan u iets
wilt opnemen.
Voor het opnemen via de
DIGITAL (OPTICAL) IN1 aansluiting
DIGITAL (OPTICAL) IN2 aansluiting
LINE (ANALOG) IN aansluitingen
5
Druk tweemaal op de MENU/NO toets.
"Setup Menu" verschijnt in het uitleesvenster.
6
Druk herhaaldelijk op de ./> toetsen totdat
"Stereo Rec" of "Mono Rec" in het uitleesvenster
verschijnt en druk dan op de YES toets.
7
Druk herhaaldelijk op de ./> toetsen om de
gewenste opnamefunctie te kiezen en druk dan op
de YES toets.
Opnemen in
Stereo
Mono
Bij het opnemen in mono is de opnameduur ongeveer
tweemaal zo lang als bij het opnemen in stereo.
` / 1
EJECT Z
?/1
Z
INPUT
+
H
X
H
X
z
x
z
x
./>
.
>
+
m
M
Kies
Stereo Rec (fabrieksinstelling)
Mono Rec
YES
Kies
Optical 1 In
Optical 2 In
Analog In

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis