Philips hi 995 Gebrauchsanweisung Seite 26

Problemen oplossen
Situatie
Bij het plaatsen van het
waterreservoir in het apparaat
morst er water.
Het waterreservoir is gevuld en
in het apparaat geplaatst. Toch
blijft controlelampje *
("Waterreservoir leeg") branden.
Nadat het apparaat voor de
eerste keer is ingeschakeld,
raakt plotseling het water-
reservoir half leeg (hoewel u
nog helemaal geen stoom heeft
gebruikt).
Het apparaat maakt veel geluid.
Let op: U kunt de elektrische
pomp nu en dan horen, wanneer
deze automatisch het
boilersysteem bijvult. Dit is een
normaal verschijnsel.
Het apparaat produceert stoom,
maar het geluid van de pomp is
onregelmatig.
Nadat u het apparaat voor de
eerste keer heeft ingeschakeld
komt er wat rook van af.
Mogelijke oorzaak
Te veel water in het
waterreservoir.
Het waterreservoir is
onvoldoende gevuld.
Het waterreservoir is niet goed
in het apparaat geplaatst.
Dit is een normaal verschijnsel.
Alleen bij het eerste gebruik
wordt de stoomtank automatisch
gevuld met 0,3 liter water.
Het apparaat trilt op het
oppervlak waarop het is
geplaatst.
Controlelampje * brandt. Het
waterreservoir is niet goed in het
apparaat geplaatst.
Dit is een normaal verschijnsel.
Een microprocessor regelt de
pomp, zodat deze automatisch
kleine hoeveelheden water van
het waterreservoir overpompt
naar de stoomtank.
Dit is een normaal verschijnsel.
Sommige delen van het
apparaat zijn in de fabriek licht
geolied.
26
Oplossing
Vul het waterreservoir niet hoger
dan de aanduiding "MAX" en zet
hem voorzichtig op zijn plaats.
Vul het met water.
Controleer of het waterreservoir
in de juiste stand staat. Duw
daarna het reservoir naar
beneden tot het goed op zijn
plaats is gekomen (fig. 4).
Schakel het apparaat uit, trek de
stekker uit het stopcontact en
vul het waterreservoir bij tot
"MAX" voordat u begint met
stoomstrijken.
Verplaats het apparaat of zet het
op een ander oppervlak.
Controleer of het waterreservoir
in de juiste stand staat. Duw
daarna het reservoir naar
beneden tot het goed op zijn
plaats is gekomen (fig. 4).
Niets.
Niets. Na een tijdje verdwijnt dit
verschijnsel vanzelf.