Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ombouw En Reparatie; Reiniging - WALTHER PILOT PILOT Maxi Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
8

Ombouw en reparatie

Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds
vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. De bij het
spuitmateriaal passende luchtkop- / materiaalspuitkop- / naaldcombinatie vormt een
op elkaar afgestemde eenheid – het spuitkopinzetstuk. Vervang altijd het volledige
spuitkopinzetstuk, zodat de gewenste spuitkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Waarschuwing onderbreek iedere keer ombouw u reparatie, de lucht- en materiaal-
toevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Aanwijzing
Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de
explosietekening aan het begin van deze bedieningshandleiding.
Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop
1.
Schroef de dopmoer (pos. 1) eraf.
2.
Demonteer de luchtkop (pos. 2).
3.
Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 13 uit het pistoollichaam.
4.
Neem de pakking (pos. 4) van de materiaalspuitkop af.
De montage van het nieuwe spuitkopinzetstuk en van de overige componenten
gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1.
Schroef de instelschroef (pos. 18) eraf.
2.
Verwijder de veer (pos. 17).
3.
Trek de materiaalnaald (pos. 16) uit het pistoollichaam.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Een instelling van de voorlucht is niet
nodig.
Lekkende naaldpakking vervangen
1.
Verwijder de materiaalnaald zoals omschreven in Materialnaald vervangen.
2.
Verwijder de bevestigingsschroef (pos. 32).
3.
Verwijder de pakkingopneming (pos. 33) compleet met O-ring (pos. 34).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde
Aanwijzing
De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer
worden gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht.
Aanwijzing
Alle bewegende en glijdende componenten moeten vóór de montage in het pistool-
lichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
82
9

Reiniging

Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders
kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik voor
de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. U reinigt het PTFE-gecoate pistoolli-
chaam met een doek. Voor schade die resulteert uit ondeskundige reiniging verleent
WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1.
Vul het gereinigde materiaalreservoir / beker met druppelaar / zuigbeker /
hangdrukbeker resp. het gereinigde materiaaldrukvat met een bij het gespoten
materiaal passend reinigingsmiddel.
2.
Stel het spuitpistool in bedrijf.
3.
Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmid-
del uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de volgende
bestanddelen niet inzitten:
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride
enz.)
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen)
Ontlakkingmiddelen. De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalva-
niseerde componenten chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
minimaal een maal per week
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1.
Haal het pistool uit elkaar
2.
Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3.
Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het
reinigingsmiddel.
4.
Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
Naaldveer
alle glijdende delen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden
ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik
hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpistool
in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet.
83

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis