Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Waterleidingen Aansluiten - Mitsubishi Electric PLFY-WP32VBM Installationshandbuch

Air-conditioners for building application indoor unit plfy-wp vbm-e serie
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

4 Waterleidingen aansluiten

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht tijdens de installatie.
4 1 Belangri e aan i ingen oor de installatie an
aterleidingen
De waterdruk weerstand van de waterleidingen in de warmtebroneenheid
bedraagt 1,0 MPa [145 psi].
Sluit de waterleidingen van elk binnenapparaat aan op de aansluitingspoort van
de HBC. Als u dit niet doet, zal dit resulteren in een slechte werking.
Vermeld de binnenapparaten op het naamplaatje in de HBC-eenheid met hun
adressen en aansluitingnummers.
Als er minder binnenapparaten zijn dan het aantal poorten op de HBC, kunnen
de ongebruikte poorten worden afgedicht. Zonder afdichting zal er water lekken.
Gebruik de omgekeerde-terugloop methode om de juiste leidingweerstand voor
elk apparaat te verzekeren.
Voorzie enkele koppelstukken en bollen in de nabijheid van de ingang/uitgang
van elk apparaat om onderhoud, controle en vervanging te vergemakkelijken.
Installeer een geschikte ontluchter op de waterleiding. Na water door de leiding
te laten stromen, de overtollige lucht ontluchten.
Bevestig de leidingen met metalen bevestigingshulpstukken, plaats ze op
plaatsen om de leidingen te beschermen tegen breuk en doorbuigen.
De watertoevoer en de afvoerleidingen niet verwarren. Foutcode 5102 zal op
de afstandsbediening verschijnen als er wordt proefgedraaid met niet correct
geïnstalleerde leidingen (inlaat aangesloten op uitlaat en vice versa).
Dit apparaat is niet voorzien van een verwarming om bevriezing in de leidingen te
voorkomen. Het water a aten als de waterstroom bij lage omgevingstemperatuur
wordt gestopt.
De ongebruikte uitsparingen moeten worden dichtgemaakt en de toegangsgaten
voor de koelmiddelleidingen, waterleidingen, krachtbron en transmissie bedrading
moeten worden opgevuld met stopverf.
Installeer de waterleiding, zodat het waterdebiet zal worden gehandhaafd.
Wikkel afdichtingstape als volgt.
1 Wikkel de afdichtingstape in de draadrichting (met de klok mee) op de
verbinding, wikkel de tape niet over de rand.
2 Overlap bij elke wikkelbeurt de afdichtingstape met tweederde tot driekwart
van de breedte. Druk op de tape met uw vingers, zodat deze strak tegen elke
draad aanzit.
3 Omwikkel niet de 1,5 tot 2de draad die het verst van het buisuiteinde is
verwijderd.
C
A Plaatselijk aangeschaft isolatiemateriaal voor
B
A
B Hier vastmaken door middel van een klemring of
C Laat geen openingen.
D
E
F
D Overlapping van meer dan 40 mm
Fig 4-1
E Isolatiemateriaal (ter plaatse te voorzien)
F Apparaatkant van het isolatiemateriaal
B
A
Fig 4-2
leidingen
tape.
A Waterleiding: naar HBC-eenheid
B Waterleiding: van HBC-eenheid
Houd bij het installeren van de leidingen of zeef, de buis met een spansleutel
aan de zijkant van het apparaat op zijn plaats. Draai de schroeven aan met een
aanhaalmoment van 40 N·m.
Als er een risico bestaat van bevriezing, voer een procedure uit om dit te
voorkomen.
Bij het aansluiten van de waterleiding van de warmtebroneenheid en de
waterleiding van de site, materiaal voor vloeistofdichting voor waterleidingen op
de afdichtingstape aanbrengen alvorens aan te sluiten.
Gebruik geen stalen buizen voor waterleidingen.
- Koperen buizen zijn aanbevolen.
Installeer een zeef (40 mesh of meer) op de buis naast de klep om vreemde
materialen te verwijderen.
Zorg ervoor een anti-condens behandeling aan de in- en uitlaat leidingen en het
ventiel aan te brengen. Voorzie een passende behandeling op het eindoppervlak
van het dauwwerend materiaal om er de condensatie uit te houden.
Wanneer de waterleidingen van water zijn voorzien, het systeem ontluchten.
De details voor het ontluchten bevinden zich apart in de onderhoudshandleiding
van het watercircuit.
4 2 Waterleiding isolatie
1. Sluit de waterleidingen van elk binnenapparaat aan op de overeenstemmende
(juiste) eindaansluitingnummers zoals aangegeven in de rubriek voor de
aansluiting van een binnenapparaat van elke HBC controller. Bij aansluiting op
een verkeerd eindaansluitingsnummer is er geen normale werking.
2.Vermeld de naam van de modellen van de binnenapparaten op het naamplaatje
van de HBC controllerkast (ter identi catie), en de eindaansluitingnummers en
adresnummers van de HBC controller op het naamplaatje op de zijkant van het
binnenapparaat.
Alle ongebruikte eindverbindingen afdichten met afdekkappen (afzonderlijk
verkrijgbaar). Het niet vervangen van een eindkap zal leiden tot waterlekkage.
3. Zorg ervoor isolatie toe te voegen aan de waterleidingen door de waterleidingen
apart te bekleden met hittebestendige polyethyleen van voldoende dikte,
zodat er geen ruimte wordt waargenomen tussen het binnenapparaat en het
isolatiemateriaal, en tussen het isolatiemateriaal zelf. Wanneer de isolatie
onvoldoende is, bestaat er kans op condensatie enz. Bijzondere aandacht dient
te worden besteed aan de isolatie van het plafond van de tussenruimte.
[Fig.4-1]
Het isolatiemateriaal voor leidingen dat ter plaatse wordt aangebracht moet aan
de volgende speci caties voldoen:
HBC controller
20 mm of meer
-binnenapparaat
Deze specificaties berusten op het gebruik van koperen buizen voor de
waterleiding. Bij het gebruik van kunststof leidingen, kies een dikte op basis van
de prestaties van de kunststof buis.
Installatie van leidingen in een omgeving met hoge temperatuur en hoge
luchtvochtigheid, zoals de bovenste verdieping van een gebouw, kan het gebruik
vereisen van isolatiematerialen dikker dan genoemd in de tabel hierboven.
Wanneer aan bepaalde speci caties naar de vereisten van de klant moet worden
voldaan, zorg er dan voor dat deze ook voldoen aan de speci caties in de tabel
hierboven.
4. Maak de waterleidingen, kleppen en afvoerleidingen lekvrij. Maak de volledige
lengte lekvrij; ook de uiteinden van de leidingen zodat er geen condensatie in de
geïsoleerde leidingen kan binnendringen.
5. De uiteinden van de isolatie waterdicht maken zodat er geen condensatie tussen
de leidingen en isolatie kan komen.
6 Voeg een aftapklep toe, zodat het apparaat en de leidingen kunnen worden
afgetapt.
7. Zorg ervoor dat er geen openingen zijn tussen de isolatie van de leidingen.
Isoleer de leidingen tot aan het apparaat.
8. Zorg ervoor dat de helling van de leidingen van de afvoerbak voldoende is zodat
de afvoer enkel naar buiten kan worden geblazen.
47

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis