Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd lichamelijk
contact met geaarde delen (bv pijpen, radiatoren, haarden,
koelkasten enz.)
Dit toestel produceert gedurende het bedrijf een elektromag-
netisch veld. Dit veld kan al naar omstandigheden actieve of
passieve medische implantanten belemmeren. Om het ge-
vaar van ernstige verwondingen te reduceren, adviseren wij
personen met medische implantenen hun arts en de fabri-
kant van het medische implantaat te consulteren, alvorens
het toestel wordt bediend.
Controleer de verlengkabel regelmatig op beschadigingen en
vervang hem als hij beschadigd is.
Een beschadigde leiding niet aan het net aansluiten. Een
beschadigde leiding niet aanraken alvorens ze van het net
gescheiden is. Een beschadigde leiding kan tot contact met
stroomgeleidende onderdelen leiden.
Gebruik geen defecte aansluitkabels.
Gebruik buiten alleen hiervoor toegestane en dienovere-
enkomstig gekenmerkte verlengkabels.
Maak geen gebruik van provisorische elektrische aansluitin-
gen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten wer-
king stellen.
Het toestel via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties aan elektrische
onderdelen van de machine mogen alleen door een erkend
bedrijf of een van onze reparatiewerkplaatsen worden uit-
gevoerd. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd
worden.
Beschadigde netaansluitleidingen moeten door de fabri-
kant resp. een van zijn klantenfilialen of door een soortge-
lijk gekwalificeerde persoon worden vervangen om gevaar
te voorkomen.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen al-
leen door de fabrikant resp. door een door van zijn klan-
tenwerkplaatsen uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen ri-
sico's voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen
Neem alstublieft het ingesloten montage- en bedienblad
ter hand.
Pos.
Benaming
1
Grijpbeugel boven
2
Schakelaargreep
3
Toestelsteker
4
Kabeltrekontlasting
5
Kabelhouder
6
Grijpbeugel beneden
7
Motorbehuizing
8
Zak met toebehoren
9
Veiligheidssticker
84
Grijpbeugel
Hakspoor
Transportwielen
Reserveonderdel-
nr.
381883
381886
-
381858
380953
381884
-
381906
381854
10
Bevestiging voor grijpbeugel
11
Veiligheidsafdekking
12a
Hakmes (dubbel) - rechts
12b
Hakmes (eenvoudig) - rechts
13a
Hakmes (dubbel) - links
13b
Hakmes (eenvoudig) - links
14
Transportwiel
15
Hakspoor
16
Stuurkabel
17
Stroomkabel
18
Borgring
19
Frame voor transportwielen
20
Wielkap
21
Vleugelmoer
22
Vergrendelingsknop
23
Aftapschroef
24
Afdichtring
Samenbouw
Bevestig
de
onderste
beugelbevestigingen (10) van de motorkast. Maak hiervoor
gebruik van de meegeleverde bevestigingsdelen (2x
schroef M6x45, 2x vleugelmoer M6).
Bevestig het bovenste grijpbeugel (1). Maak hiervoor
gebruik van de meegeleverde bevestigingsdelen (2x
schroef M6x45, 2x vleugelmoer M6).
Breng de kabeltrekontlasting (4) aan de onderste
grijpbeugel (6) aan.
Bevestig telkens de stuurkabel (16) en de stroomkabel (17)
met de kabelklemmen aan de grijpbeugel. Let erop dat de
kabel voldoende spel heeft. Zeker de kabelklemmen met
de bijgevoegde schroeven (2xSt 4,2 x 13).
Trek de borgring (18) eruit en zwenk de as naar boven, tot
het frame (19) hoorbaar vastklikt.
Bevestig de hakspoor (15) aan het frame (19). Maak
hiervoor
gebruik
bevestigingsmateriaal (2x schrof M6x20, 2x vleugelmoer
M6).
Verwijder de schroeven (2x M5x12) alsook de sluitringen
(2x Ø 5,4) uit de wielas. Verwijder de wieldoppen (20) van
de wielen. Schuif de transportwielen (14) op de as en
bevestig ze met de schroeven en sluitringen. Breng de wie-
ldoppen weer aan.
381885
381887
381859
381896
381860
381897
381888
381889
-
-
-
-
381891
380954
-
381910
381911
grijpbeugel
(6)
aan
van
het
meegeleverd
de