Tips
• Als het indicatorlampje van de SYNCHRO toets
uitgaat nadat het lampje snel geknipperd heeft, dan
is de geplaatste cassette niet geschikt voor opnemen
omdat het wispreventienokje(s) van de cassette is
(zijn) uitgebroken.
• De lengte van muziekstukken op een compact disc
kan sterk variëren. Veel klassieke CD's bevatten
muziekstukken die langer zijn dan een enkele
cassettekant. In dat geval dient u de muziek van de
compact disc handmatig op te nemen.
• Elke cassette die na het plaatsen nog niet is
afgespeeld of waarop nog niet is opgenomen, wordt
door het cassettedeck beschouwd als een nieuwe
cassette, ook al is de band al halverwege
opgespoeld. Voor het beginnen met de CD
synchroon-opname zal het cassettedeck de band
altijd eerst 10 seconden laten doorlopen, om zo de
aanloopband van een nieuwe cassette over te slaan.
Om nu te voorkomen dat de CD synchroon-
opnamefunctie een overbodige tien seconden stilte
ergens halverwege de band inlast, dient u te zorgen
dat het deck de cassette niet als nieuw beschouwt,
eenvoudigweg door de cassette na het plaatsen
ongeveer tien seconden af te spelen of desgewenst
een proefopname te maken.
• Als tijdens CD synchroon-opname het einde van de
voorkant van de cassette (H gaat aan) wordt
bereikt terwijl de DIRECTION MODE schakelaar
op s of RELAY staat, dan stopt opnemen van
het onderbroken muziekstuk onmiddellijk, de
bandloop verandert van richting en het opnemen
begint weer vanaf het begin van hetzelfde
muziekstuk. Bij het bereiken van het einde van de
achterkant van de cassette (h gaat aan) stopt de
CD synchroon-opname geheel en stopt automatisch
ook de weergave van de CD-speler.
Opmerkingen
• Om te voorkomen dat de opname van de compact
disc wordt onderbroken, mag u tijdens de CD
synchroon-opname geen van de bedieningstoetsen
van de CD-speler indrukken.
• Bepaalde toetsen van het cassettedeck zullen niet
werken tijdens CD synchroon-opname.
Automatische
geluidsbronkeuze
Als u een voor het CONTROL A1II systeem
geschikte Sony versterker (of receiver) via
CONTROL A1II bedieningssnoeren (niet
bijgeleverd) hebt aangesloten op andere Sony
componenten, dan zal de geluidsbron-
keuzeschakelaar van de versterker (of receiver)
automatisch instellen op de juiste geluidsbron,
zodra u op de weergavetoets van één van de
aangesloten componenten drukt.
(Als u bij voorbeeld op de H (weergavetoets)
van het cassettedeck drukt terwijl er een CD
wordt afgespeeld, zal de geluidsbron-
keuzeschakelaar van de versterker automatisch
overschakelen van CD naar TAPE.)
Opmerkingen
• Deze automatische geluidsbronkeuze werkt alleen
als de componenten zijn aangesloten op de
ingangsaansluitingen van de versterker (of receiver)
die overeenkomen met de namen van de
geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde receivers
kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
receiver.
• Tijdens opnemen mag u niet het afspelen starten
van een andere component dan de opnamebron.
Hierdoor zou namelijk de automatische
geluidsbronkeuze overschakelen op de andere
component.
NL
19