worden geïnstalleerd.
Deze veiligheidsmaatregelen zijn bijvoorbeeld:
parallel draaiende pompen op een door een aparte zekering bevei-
ligde stroomkring, vochtigheidssensoren voor de uitschakeling en
soortgelijke veiligheidsinrichtingen. Als u niet zeker bent laat u in ie-
der geval adviseren door een vakman voor sanitaire installaties.
De maximale capaciteit kan enkel met een zo groot mogelijke leiding-
diameter worden bereikt; de capaciteit zal verminderen als slangen
of leidingen met een kleinere diameter worden aangesloten.
Bij de installatie dient u er rekening mee te houden dat het toestel
nooit aan de drukleiding of aan de stroomkabel vrij hangend mag
worden gemonteerd. Het apparaat moet met de buizenset aan de
NL
regenton worden ingehangen of op de schachtbodem rusten. Ten-
einde een perfecte werkwijze van het toestel te verzekeren moet de
schachtbodem steeds vrij zijn van modder of andere verontreinigin-
gen. Bij een te laag waterpeil kan de in de schacht voorhanden zijnde
modder snel droog worden en het aanlopen van het toestel beletten.
Daarom is het noodzakelijk het toestel regelmatig te controleren
(startpogingen uitvoeren).
De pompschacht moet groot genoeg zijn.
5.2 Inzet van de pomp in een regenton
Monteer de meegeleverde buizenset als volgt en let op de correcte
zitting van de afdichtingen tussen de afzonderlijke componenten (afb.
3):
1. Verbind het rechte stuk van de buis (6) met het bochtstuk (7).
2. Schroef de hele buizenset vast aan de drukaansluiting (4) van de
pomp.
Anl_PE_RB_400_SPK7.indb 56
Anl_PE_RB_400_SPK7.indb 56
- 56 -
06.03.2025 08:33:35
06.03.2025 08:33:35