4.5 - Montage van het tandrek
Open de poort volledig.
Plaats een tandrekelement op het tandwiel en bevestig het aan de
poort met schroeven en afstandsstukken (Fig.10).
Beweeg de poort handmatig totdat het tandwiel op één lijn ligt met
het laatste afstandsstuk.
Bevestig het tandrekelement definitief.
4.6 - Bevestiging van de eindschakelaar
AANDACHT !
De poort moet voorzien zijn van stoppers bij het openen en slu-
iten om ontsporing van de poort te voorkomen.
De positie van de stopper moet ervoor zorgen dat de eindschake-
laarkeunen niet in botsing komen met het tandwiel. (Fig.11)
5 - TESTEN EN INBEDRIJFSTELLING VAN HET AUTOMATISERINGSSYSTEEM
De tests van het systeem moeten worden uitgevoerd door gekwali-
ficeerde technici, die de tests moeten uitvoeren zoals vereist door
de relevante wetgeving met betrekking tot risico's, en die moeten
5.1 - Testen
Alle systeemcomponenten moeten worden getest volgens de pro-
cedures die in de respectieve handleidingen zijn beschreven.
Controleer of ze voldoen aan de richtlijnen in Hoofdstuk 1 - Veilig-
heidswaarschuwingen.
Controleer of de poort of deur vrij kan bewegen wanneer de autom-
atisering is ontgrendeld en of deze in evenwicht en stil blijft staan
in elke positie.
5.2 - Commissioning
Na succesvolle tests van alle (en niet slechts enkele) apparaten in
het systeem, kunt u overgaan tot de inbedrijfstelling.
U moet het technisch dossier van het systeem opstellen en ge-
durende 10 jaar bewaren, inclusief het bedradingsschema, een
tekening of foto van het systeem, de risicoanalyse en de genomen
maatregelen, de conformiteitsverklaring van de fabrikant voor alle
aangesloten apparaten, de handleiding van elk apparaat en het on-
derhoudsschema van het systeem.
Bevestig op de poort of deur een plaatje met de automatiseringsge-
gevens, de naam van de verantwoordelijke voor de inbedrijfstelling,
het serienummer en het bouwjaar, evenals de CE-markering.
Voor een correcte positionering van de andere elementen en om hun
rechtlijnigheid te garanderen, moet een tandrekelement als steun en
referentie worden gebruikt. Bovendien moet er een opening van 2
mm worden gegarandeerd tussen het tandrek en het tandwiel, zodat
het gewicht van de poort niet op het tandwiel van de motor rust.
Beweeg de poort handmatig naar de open positie en laat, afhan-
kelijk van het gewicht van de poort, een opening van 30 tot 50 mm
tussen de hoofdpoort en de mechanische stopper.
Bevestig de eindschakelaarkeun met de pluggen zodat de ein-
dschakelaar wordt ingedrukt (Fig.11).
Volg de instructies van de besturingsunit en sluit de behuizing.
zorgen voor naleving van de voorschriften, in het bijzonder de EN
12453-norm, die de testmethoden specificeert voor de automatiser-
ing van deuren en poorten.
Controleer de correcte werking van alle aangesloten apparaten (fo-
tocellen, gevoelige randen, noodknoppen, etc.), en test het openen,
sluiten en stoppen van de poort of deur via de aangesloten bedien-
ingsapparaten (zenders, knoppen, schakelaars).
Voer metingen uit van de impactkracht, zoals voorgeschreven door
norm EN 12453. Pas de functies voor snelheid, motorkracht en ver-
traging van de eenheid aan als de metingen niet het gewenste re-
sultaat opleveren, totdat de juiste instelling is gevonden.
Bevestig een plaatje met de stappen om het systeem handmatig te
ontgrendelen.
Stel de conformiteitsverklaring op en lever deze samen met de ge-
bruiks- en waarschuwingsinstructies en het onderhoudsschema
van het systeem aan de eindgebruiker.
Zorg ervoor dat de gebruiker het automatische, handmatige en
noodbedieningssysteem correct begrijpt.
Informeer de eindgebruiker schriftelijk over de nog aanwezige
gevaren en risico's.
NL
41