Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
NL
1 - VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
AANDACHT !
ORIGINELE INSTRUCTIES - belangrijke veiligheidsinstructies
Volg de instructies op, aangezien onjuiste installatie ernstig let-
sel kan veroorzaken! Bewaar deze instructies.
Lees de instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint.
Het ontwerp en de fabricage van de apparaten waaruit het
product bestaat, evenals de informatie in deze handlei-
ding, voldoen aan de huidige veiligheidsnormen. Onjuiste
installatie of programmering kan echter ernstig letsel ve-
roorzaken bij degenen die aan of met het systeem werken.
Het is daarom uiterst belangrijk om de instructies in deze
handleiding op te volgen bij de installatie van het product.
Indien u twijfelt over de installatie, ga dan niet verder en neem contact
op met de technische dienst van Key Automation voor verduidelijking.
Volgens de Europese wetgeving moet een automatisch
deur- of poortsysteem voldoen aan de normen die zijn va-
stgesteld
in
Richtlijn
in het bijzonder aan de normen EN 12453, EN 12635 en
EN 13241-1, die de verklaring van vermoede conformi-
teit
van
het
automatiseringssysteem
Daarom moeten de definitieve aansluiting van het automatise-
ringssysteem op het elektriciteitsnet, het testen van het systeem,
de inbedrijfstelling en het periodieke onderhoud worden uitgevoerd
door deskundig en gekwalificeerd personeel, in overeenstemming
met de instructies in de sectie "Testen en inbedrijfstellen van het
automatiseringssysteem"
.
Het genoemde personeel is ook verantwoordelijk voor de tests die
nodig zijn om de gekozen oplossingen te verifiëren op basis van
de aanwezige risico's en voor het naleven van alle wettelijke vo-
orschriften, normen en regelgevingen, met speciale aandacht
voor alle vereisten van norm EN 12453, die de testmethoden voor
het testen van deur- en poortautomatiseringssystemen vaststelt.
AANDACHT !
Voordat u met de installatie begint, voert u de volgende contro-
les en beoordelingen uit:
Zorg ervoor dat elk apparaat dat wordt gebruikt voor het opzetten
van het automatiseringssysteem geschikt is voor het beoogde sy-
steem als geheel. Let hierbij vooral op de gegevens in de sectie
"Technische specificaties". Ga niet verder met de installatie als
een van deze apparaten niet geschikt is voor het beoogde doel.
Controleer of de aangeschafte apparaten voldoende zijn om
de veiligheid en functionaliteit van het systeem te garanderen.
Voer een risicobeoordeling uit, inclusief een lijst van de essentiële
veiligheidsvereisten zoals voorzien in Bijlage I van de Machinericht-
lijn, met specificatie van de gekozen oplossingen. De risicobeoor-
deling is een van de documenten in het technische dossier van het
automatiseringssysteem. Dit dossier moet worden opgesteld door
een professionele installateur.
Gezien de risicosituaties die zich kunnen voordoen tijdens de
installatie en het gebruik van het product, moet het automati-
seringssysteem worden geïnstalleerd in overeenstemming met
de volgende veiligheidsvoorschriften:
Breng nooit wijzigingen aan in een onderdeel van het automatise-
ringssysteem anders dan vermeld in deze handleiding. Dergelijke
handelingen kunnen storingen veroorzaken. De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af voor schade veroorzaakt door ongeoorloofde
wijzigingen aan producten.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de serviceafdeling of een persoon met verge-
lijkbare kwalificaties om elk risico te voorkomen. Laat onderdelen
van het automatiseringssysteem niet in water of andere vloeistof-
fen onderdompelen. Zorg er tijdens de installatie voor dat er geen
vloeistoffen in de verschillende apparaten kunnen binnendringen.
Mocht dit toch gebeuren, schakel dan onmiddellijk de stroomtoevoer
uit en neem contact op met een Key Automation Servicecentrum.
38
2006/42/EG
(Machinerichtlijn),
mogelijk
Gebruik van het automatiseringssysteem onder deze omstandi-
gheden kan gevaren opleveren. Plaats nooit componenten van het
automatiseringssysteem in de buurt van warmtebronnen of stel ze
bloot aan open vuur. Dit kan schade aan de systeemonderdelen ve-
roorzaken en leiden tot storingen, brand of andere gevaren.
AANDACHT !
De aandrijving moet worden losgekoppeld van de stroomvoor-
ziening tijdens reiniging, onderhoud en bij het vervangen van
onderdelen. Als het scheidingsapparaat zich niet op een zicht-
bare locatie bevindt, breng dan een melding aan met de tekst:
"ONDERHOUD BEZIG".
Sluit alle apparaten aan op een elektrische voedingslijn die is
uitgerust met een aardsysteem. Het product kan niet worden
beschouwd als een effectieve bescherming tegen inbraak. In-
dien effectieve bescherming vereist is, moet het automatise-
ringssysteem worden gecombineerd met andere apparaten.
en
Het product mag niet worden gebruikt totdat de procedure voor de
"inbedrijfstelling" van het automatiseringssysteem is uitgevoerd, zo-
als gespecificeerd in de sectie "Testen en inbedrijfstellen van het
maken.
automatiseringssysteem".
De voedingslijn van het systeem moet een stroomonderbreker be-
vatten met een contactopening die volledige ontkoppeling mogelijk
maakt onder de omstandigheden zoals gespecificeerd door klasse
III overspanning. Gebruik koppelingen met een beschermingsgraad
van IP55 of hoger bij het aansluiten van slangen, leidingen of war-
tels.
Het elektrische systeem stroomopwaarts van het automatise-
ringssysteem moet voldoen aan de geldende voorschriften en op
vakkundige wijze zijn aangelegd.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale
capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en kennis, mits zij
toezicht hebben gekregen of instructies hebben ontvangen over
het veilige gebruik van het apparaat en de gevaren begrijpen.
Voordat het automatiseringssysteem in werking wordt gesteld, moet
worden gecontroleerd dat er zich niemand in de directe omgeving
bevindt.
Voordat reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het automa-
tiseringssysteem worden uitgevoerd, moet het losgekoppeld worden
van het elektriciteitsnet. Er moet bijzondere zorg worden besteed
aan het voorkomen van beknelling tussen het bewegende deel van
het automatiseringssysteem en vaste onderdelen in de omgeving.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen dat zij met
de apparatuur spelen. De aandrijving mag niet worden gebruikt met
een aangedreven onderdeel dat een loopdeur bevat, tenzij de aan-
drijving alleen kan worden bediend wanneer de loopdeur zich in een
veilige positie bevindt.
AANDACHT !
Controleer regelmatig de installatie op onbalans, indien van
toepassing, en op tekenen van slijtage of schade aan kabels,
veren en bevestigingen.
Niet gebruiken als reparatie of afstelling nodig is.
AANDACHT !
Het verpakkingsmateriaal van de componenten van het automa-
tiseringssysteem moet worden afgevoerd met volledige inacht-
neming van de geldende lokale afvalverwerkingsvoorschriften.
Aangezien het product onder WEEE valt, mag het niet
als ongesorteerd afval worden weggegooid, maar moet
het worden afgevoerd naar aparte inzamelpunten voor
terugwinning en recycling.
KEY AUTOMATION behoudt zich het recht voor om deze in-
structies indien nodig te wijzigen; deze en/of recentere versies
zijn beschikbaar op
www.keyautomation.com
Werbung
