Herunterladen Diese Seite drucken

Villager VT840 Gebrauchsanweisung Seite 148

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

5. Vang de brandstof op in een
geschikte houder.
6. Verbind de slang (afb. 26.A) weer en 
let er hierbij op de slangklem (afb. 
26.C) goed aan te brengen.
7. Sluit de brandstofkraan (indien voorzien).
Controleer, voordat er opnieuw
met de machine gewerkt wordt, of er
uit de slang, de benzinekraan en de
carburateur geen benzine lekt.
7.3 CONTROLE, BIJVULLEN,
AFLATEN MOTOROLIE
OPMERKING Het type van olie dat
gebruikt moet worden is aangegeven
in de handleiding van de motor.
BELANGRIJK De machine wordt aan
de gebruiker geleverd zonder motorolie.
BELANGRIJK Volg alle aanwijzingen die in
de handleiding van de motor staan aangegeven.
7.3.1 Controle / bijvullen
Controleer het oliepeil
vòòr ieder gebruik.
• Controleer het oliepeil van de motor: 
volgens de precieze werkwijzen 
aangegeven in de handleiding van de
motor, moet dit tussen de kentekens MIN 
en MAX van het staafje zijn (Afb.
Vul niet teveel olie bij, dit zou kunnen
leiden tot oververhitting van de motor.
Indien het peil over het niveau "MAX"
komt, moet men het juiste peil herstellen.
7.3.2 Aflaat
De motorolie kan zeer heet zijn indien
ze onmiddellijk na het uitschakelen van
de motor verwijderd wordt. Laat daarom
de motor enkele minuten afkoelen
alvorens de olie te verwijderen.
Vervang de motorolie volgens de frequenties 
aangegeven in de handleiding van de motor. 
Ga als volgt te werk:
• Type "I":
1. Plaats de machine op een 
vlakke oppervlakte.
2. Plaats een opvanghouder ter hoogte
van de verlengpijp (afb. 27.A).
3. Houd de verlengpijp goed vast (afb. 27.A)
4. Vang de olie op in de houder.
5. Hermonteer de aflaatdop (afb. 27 B) 
6. Klem de dop goed aan, terwijl u de 
7. Reinig eventuele olielekken.
• Type "II":
1. Verwijder de aflaatdop (afb. 27.J).
2. Monteer het buisje (afb. 27.B) op de spuit
3. Zuig alle olie van de motor op met het 
BELANGRIJK Dien de olie in voor
verwerking volgens de plaatselijke normen.
7.4
Door de verschillende montageposities van 
de wielen wordt er een veiligheidsafstand "H" 
gehouden tussen de rand van de snijgroep
en de grond (afb. 16.A; afb. 17.A)..
Regel de positie van de antiscalp wielen 
naar gelang de oneffenheid van de grond.
op beide wieltjes uitgevoerd worden, die 
op dezelfde hoogte geplaatst moeten 
25).
worden, BIJ UITGESCHAKELDE 
MOTOR EN SNIJ-INRICHTINGEN.
a. enkel voor modellen met zijdelingse aflaat
Om de positie te veranderen:
1. draai de schroef los en
2. herplaats het wieltje (afb. 16.A) met de 
3. klem de schroef (afb. 16.B) stevig 
b. enkel voor modellen met
Om de positie te veranderen:
1. draai de moer (afb.17.B) los en 
2. herplaats het wieltje (afb. 17.A) 
3. hermonteer de pin (afb.17.C), en let erop 
4. draai de moer stevig vast (afb.17.B).
NL - 18
en draai de aflaatdop open (afb. 27.B).
en let erop dat de interne dichting
goed geplaatst is (afb. 27.C).
verlengpijp stevig vast houdt (afb. 27.A).
(afb. 27.C) en voeg deze diep in de opening.
spuitje (afb. 27.C), houd er rekening 
mee dat het, voor deze werkzaamheid 
meerdere keren herhaald moet worden 
voor een volledige lediging.
ANTISCALP WIELTJES
 Deze werkzaamheid moet steeds 
verwijder ze (afb.16.B) 
afstandhouder (afb. 16.C) in de opening
ter hoogte van de gewenste afstand
vast  in de moer (afb. 16.D).
opvang achteraan
verwijder de pin (afb.17.C).
op de gewenste positie
dat de kop van de pin (afb.17.C) naar de 
binnenkant van de machine gericht is

Werbung

loading