3c. Reinig de ventielen
• Om het drukventiel te reinigen, verwijdert u het drukventiel
van het pijpje boven op het deksel (afb. 10). Maak schoon
met een zachte spons en warm water met zeep (afb. 11). Als
het ventiel droog is, controleer dan of de binnenkant van het
pijpje schoon is voordat u het drukventiel weer terugplaatst op
het pijpje boven op het deksel (afb. 12). Zorg ervoor dat het
drukventiel goed is geplaatst, dit moet omhoog en omlaag
kunnen bewegen.
• Om de kap van het drukventiel te reinigen, schroeft u de kap
aan de binnenkant van het deksel los (afb. 13). Maak schoon
met een zachte spons en warm water met zeep (afb. 14). Als
de kap droog is, controleer dan of de binnenkant van het pijpje
schoon is voordat u de kap van het drukventiel weer vastdraait
aan de binnenkant van het deksel (afb. 15).
• Om het veiligheidsventiel te reinigen, verwijdert u de afdichting
van het veiligheidsventiel aan de binnenkant van het deksel
en draait u het deksel om zodat het veiligheidsventiel uit
het deksel kan komen (afb. 16). Reinig de afdichting van het
veiligheidsventiel en het veiligheidsventiel met een zachte spons
en warm water met zeep (afb. 17). Plaats het veiligheidsventiel
na het drogen weer op het deksel en plaats de afdichting van
het veiligheidsventiel terug op zijn plaats (afb. 18). Zorg ervoor
dat het veiligheidsventiel goed is geplaatst, dit moet omhoog
en omlaag kunnen bewegen.
3d. Maak de behuizing van het apparaat schoon
• Maak de behuizing van het apparaat schoon met een vochtige
doek.
• Dompel het apparaat niet in water (afb. 41).
• Veeg de verwarmingsplaat schoon met een droge doek.
76