Teller
De teller 9 dient voor het registreren en snel terugvinden van
bepaalde punten op de band.
Wij raden U aan bij het begin van de band de teller ор "0007"
te zetten door indrukken van de toets RESET
10. Als U aan
het begin van een nieuwe opname het nummer noteert, kunt U
dit punt later altijd gemakkelijk weer terugvinden.
Plaatsen en uitnemen van de cassette
Beweeg de koppen-afdekking
2 naar onderen, Houd de cas-
sette zodanig, dat de band naar onder wijst. Leg eerst de boven-
kant van de cassette in de houder, daarna de onderkant laten
aansluiten, totdat het geheel voelbaar vastklikt.
Nadat u de STOP-toets
3 ingedrukt is, kan de cassette uit het
apparaat worden genomen.
Beweeg de koppen-afdekking omhoog, wanneer de opname of
weergave is beëindigd.
Start
De weergave wordt met де toets FB
gestart,
Pauze
Voor opnamevoorbereiding en voor kortstondige onderbreking
van opname of weergave dient de toets PAUSE
8. De ervoor
ingestelde functie blijft gehandhaafd.
Door
de toets noogmaals
in te drukken
wordt
de bandloop
weer gestart.
Snel bandtransport
44 6 Looprichting rechts
— links
»» 7 Looprichting links —
rechts
De functies "snel opspoelen"
pp еп "snel terugspoelen"
<4
dienen voor het omspoelen en terugvinden van bepaalde gedeel-
ten ban een band.
Bij weergave kunnen deze toetsen direkt worden gebruikt. Bij
opname moet eerst de toets STOP 3 worden ingedrukt,
Afslaag-automaat
Aan het einde van de band en bij storingen (bijv. door te zwaar
lopende cassettes) wordt de bandloop automatisch gestopt. Dit
wordt bewerkstelligd door de ingebouwde afslag-automaat.
Eigen cassette-opnamen
Aan de aanwijzingen voor de weergave van cassetten, hiervoor
beschreven, is voor het opnemen van banden nog het volgende
toe te voegen:
*
Druk de bij de te gebruiken bandsoort behorende keuze-
toets 11, 12 of 13 in.
Do (DOLBY NR) 14 inschakelen.
* Teller
9
door indrukken van de toets RESET
10
op
"000" zetten.
Starten van de opname
Met toets REC
4 wordt de opname direkt gestart. Indien u
tevoren de toets PAUSE
8 indrukt, dan kunt u de uitsturing
op uw gemak inregelen en eerst na lossen van de toets PAUSE
8 het begin van de opname bepalen.
De uitsturing van de band-opname regelt u in met de beide
regelaars RECORD
LEVEL.
Regelaar L
16
werkt voor het
linker kanaal; regelaar H 19 voor het rechter kanaal. De juiste
uitsturing kontroleert u met de uitsturings-instrumente
17.
Een opname is optimaal uitgestuurd, wanneer bij de luidste pas-
sages in het programma de wijzers juist tot aan het begin van
het rode gebied uitslaan.
Kortstondige overschrijding van deze grens beinvloedt de op-
name nog niet nadelig.
Bij een te lage uitsturing wordt de dynamiek van de band niet
geheel benut. Bij een te hoge uitsturing bestaat het gevaar van
hoorbare vervorming bij de weergave.
Start over een externe schakelklok
Wordt het netsnoer aangesloten op een in de handel verkrijgbare
schakelklok
(TIMER), dan kan daarmee bij opname en weer-
gave de start van het cassettedeck op een bepaald tijdstip wor-
den voorgekozen. Netschakelaar POWER
1 dient hiertoe altijd
te zijn ingedrukt.
12
Wilt u een opname over de tijdschakelaar starten, dan moet
toets REC
4
worden ingedrukt. Wanneer het cassettedeck
door de tijdschakelaar wordt ingeschakeld start de opname
meteen.
Wilt u weergave
via de timer
inschakelen,
dan
wordt
toets
K 5 ingedrukt,
Wat u bij de opname van verschillende programmabronnen
bovendien
in acht neemt, kunt u in de volgende alinea's vast-
stellen.
Grammofoonplaten opnemen
Platenspeler en cassettedeck zijn aangesloten op een stereo-
versterker of -receiver. Schakel
in dit geval de ingangskeuze-
schakelaar van de versterker op PHONO.
Opname van radioprogramma's
Als het cassettedeck en de tuner (radio-ontvangerdeel) aan een
hifi-versterker
zijn aangesloten,
kunnen
radioprogramma's
worden
opgenomen
zonder veranderingen
in de kabelverbin-
dingen aan te brengen. De ingangs-keuze schakelaar van de ver-
sterker wordt in de stand TUNER gezet.
Opnamen van een band-apparaat
Uw cassettedeck
en een ander band-apparaat zijn aan de ver-
sterker
aangesloten.
Band-overspelen
is in beide richtingen
mogelijk.
De keuze schakelaar staat in de stand TAPE, waaraan het weer-
gevende bandapparaat is aangesloten.
Microfoon-opnamen
Voor
aansluiting aan Uw hifi-cassettedeck zijn alle hoog- en
middelohmige
microfoons geschikt met een impedantie van
200 — 1000 Ohm en een 6,35 mm @ (1/4 inch) coaxiaalsteker.
Wij
bevelen
u de hifi-elektret-condensatormicrofoons
Dual
MC 304 en Dual MC 316 hiervoor aan.
De op de bus
18 aangesloten mikrofoon wordt automatisch
op beide sporen opgenomen en schakelt tevens de DIN ingang
automatisch uit.
Wissen
Het apparaat wist bij iedere opname de opname die oorspron-
kelijk op het betreffende spoor stond. Als U een opname zon-
der iets nieuws op te nemen
wilt wissen, speelt U de cassette
in de stand ''opname'' af, waarbij de ingangsregelaars op "0"
staan. Alle compact-cassettes
hebben
aan de achterkant twee
uitsparingen, die door kunststof tongen zijn afgesloten (pagina 4).
Eigen opnamen
kunt U tegen ongewenst wissen beschermen,
door de tongen te verwijderen.
De in de handel verkrijgbare voorbespeelde cassettes zijn reeds
op deze manier tegen ongewenst wissen beschermd.
Om opnamen
weer mogelijk te maken, kunt U de uitsparing
overplakken met plakband.
Let U er op, dat bij CrO2-cassettes, de soms extra aanwezige
openingen niet worden afgedekt.
Technische eigenschappen
Compact-cassette-systeem
Uw hifi-stereo-cassettedeck werkt met 2/4 sporen-techniek. Op
de breedte van de band zijn vier sporen aanwezig, waarbij in
iedere richting twee stereosporen
ter beschikking staan. De
bandlengte wordt hierdoor voor stereo benut voor een dubbele
speeltijd.
De op Uw cassettedeck
opgenomen
cassettes kunnen ook op
mono-cassettespelers worden afgespeeld, dat wil zeggen mono-
en stereocassettes zijn compatibel. Ook kan elke op een ander
cassettedeck opgenomen
cassette op uw cassettedeck worden
weergegeven.
Onderhoud en verzorging
Het is aan te bevelen van tijd tot tijd de koppen, de kaapstan-
der-as en de bandgeleidingen te reinigen.
Gebruikt u voor de reiniging een met alcohol bevochtigd linnen
lapje of een wattenstaafje, bijv. O-tips. Gebruik nooit metalen
voorwerpen en kom ook niet met de vinger aan de kopspiegel.