Na het inschakelen komt u door tweemaal in-
drukken van de modusknop
programma
.
Het symbool
wordt op het display 3 weer-
gegeven.
Druk op de instelknop
-programma aan te passen.
De weergaven '1 2 3 4 5' voor programma,
tijdstip, uren en dagen knipperen.
Met de plusknop
14
kiest u het toepasselijke volledige uur
/
13
17
uit dat u wilt instellen.
Met de modusknop
het in de vorige stap door u uitgekozen uur de
gewenste verwarmingsmodus: (standaard
zuinig
of vorstbewaking
Wanneer u alle 24 uren van de werkdagen
ingesteld heeft, drukt u op de instelknop
/
om de aanpassingen voor de werkda-
12
19
gen op te slaan.
Druk op de instelknop
-programma verder aan te passen.
De weergaven '6 7' voor programma, tijdstip,
uren en dagen knipperen.
9 /
in het
16
/
om het
12
19
/
en minknop
20
9 /
kiest u voor
16
,
) uit.
/
om het
12
19
Nu heeft u de mogelijkheid de weekenddagen
aan te passen.
Met de plusknop
kiest u het toepasselijke volledige uur
/
13
17
uit dat u wilt instellen.
Met de modusknop
in de vorige stap door u uitgekozen uur de ge-
wenste verwarmingsmodus: (standaard
zuinig
of vorstbewaking
Wanneer u alle 24 uren van de weekenddagen
ingesteld heeft, drukt u op de instelknop
/
, om de aanpassingen voor
12
19
slaan.
AANWIJZING:
Na ca. 17 seconden inactiviteit worden de aanpas-
singen opgeslagen en verlaat u de instelmodus van
het
-programma.
AANWIJZING:
De gekozen temperaturen van het
beantwoorden aan uw temperatuurinstellingen in
de standaard-
(10-35 °C) en zuinige modus
(7-32 °C). De vorstbewakingsmodus
op 7 °C ingesteld.
Het toestel verwarmt niet wanneer de gewenste
temperatuur lager dan de kamertemperatuur is of
ermee overeenstemt. Om te verwarmen moet de in-
gestelde temperatuur ten minste 1 ºC hoger zijn dan
de kamertemperatuur.
/
en minknop
14
20
9 /
kiest u voor het
16
) uit.
op te
-programma
is vast
NL/BE
87
,