PROBLEEMOPLOSSING
LIJST MET STORINGSMELDINGEN
De onderstaande lijst toont een aantal storingsmeldingen die op het LCD-scherm van het product en uw EGO Connect
Neem contact op met het EGO-servicecentrum als dezelfde melding regelmatig wordt weergegeven.
LCD-scherm
Actie
1. Controleer de LED bovenop het laadstation.
2. GEEN LED: laadstation staat niet onder stroom. Controleer of het stopcontact onder stroom staat en of de
adapter en kabel juist zijn aangesloten en niet beschadigd zijn.
Begrenzingssignaal verloren
3. RODE LED: breuk in begrenzingsdraad. Controleer de aansluitingen van de begrenzingsdraad op het laadstation
en controleer op zichtbare schade aan de lus van de begrenzingsdraad.
4. GROENE LED: status laadstation OK. Raadpleeg de gebruikershandleiding of mobiele app voor instructies om
een nieuw lussignaal te genereren.
1. Zorg ervoor dat de verbindingen tussen de begrenzingsdraad en het laadstation juist zijn gemaakt en dat de
verbindingen niet gekruist zijn.
2. Zorg ervoor dat de begrenzingsdraad zich niet op een steile helling bevindt.
Robot buiten de begrenzing
3. Breng de robot terug naar het werkgebied.
Controleer het werkgebied op onverwachte obstakels.
Robot zit vast
TIP: Vermijd het plaatsen van obstakels in het werkgebied die de toegang van de robot kunnen beperken.
1. Controleer de LED bovenop het laadstation.
2. GEEN LED: laadstation staat niet onder stroom. Controleer of het stopcontact onder stroom staat en of de
adapter en kabel juist zijn aangesloten en niet beschadigd zijn
3. RODE LED: breuk in begrenzingsdraad. Controleer de aansluitingen van de begrenzingsdraad op het laadstation
Terugkeerfout
en controleer op zichtbare schade aan de lus van de begrenzingsdraad.
4. GROENE LED: status laadstation OK. Breng de robot terug naar het station en start de robot. De robot begint
automatisch te werken nadat het signaal is geregenereerd.
5. Start de robot en het basisstation opnieuw.
TIP: Zorg ervoor dat het laadstation op zijn plaats blijft zoals bij de installatie.
1. Verwijder mogelijke obstakels rondom het laadstation.
2. Maak de basisplaat van het station en de wielen van de robot schoon.
3. Zorg ervoor dat het station op een vlakke ondergrond wordt geïnstalleerd en op zijn plaats blijft zoals bij de
Koppelingsfout
installatie.
4. Controleer of de begrenzingsdraad volgens de instructies is geïnstalleerd.
5. Schakel de stroom uit en start het station opnieuw.
1. Verwijder mogelijke obstakels rondom het laadstation.
Fout bij verlaten
2. Maak de basisplaat van het station en de wielen van de robot schoon.
worden weergegeven.
TM
129
ROBOTMAAIER — RM4000E
NL