Werbung
rood (+)
rot (+)
zwart (-)
rouge (+)
schwarz (-)
noir (-)
13,5 - 14 Volt
SFM 10.2
3
Controleren van de accu
Sluit de accu op een universeelmeter aan.
Sluit één meetpen van de universeelmeter
op de rode stroomdraad (+) aan en de ande
re op de zwarte massadraad (-) van de accu.
De spanning moet bij een volledig geladen
accu tussen 1 3 ,5 -1 4 Volt liggen. Ligt de
spanning onder de 13 Volt dan is de accu
defect en moet deze worden vervangen.
Opmerking: Breng defecte accu's naar het
chemisch afval zodat ze gerecycled kunnen
worden.
Controleren van de acculader
- Sluit de accu op een universeelmeter aan.
Sluit één meetpen van de universeelmeter
op de rode stroomdraad (+) aan en de
andere op de zwarte massadraad (-) van
de accu.
Let op! Sluit de meetsnoeren niet kort!
- Meet de accuspanning (onthoud de
waarde).
- Sluit de acculader op de accu aan.
- Sluit de acculader op het lichtnet aan.
- Meet de accuspanning nogmaals. Steek
uw meetpen aan de achterzijde van de
accustekker. Na körte tijd moet de
spanning enigszins oplopen (afhankelijk
van de laadtoestand).
Akku prüfen
Akku an ein Universal-Meßgerät anschlie
ßen. Beide Meßspitzen des Meßgerätes an
Leitung rot (+) bzw. Leitung schwarz (-) des
Akkus anschließen. Die Spannung muß bei
voll geladenem Akku zwischen 13,5-14 Voit
liegen. Falls die Spannung unter 13 Volt
liegt, ist der Akku defekt und muß ausge
tauscht werden.
Hinweis: Zur Entsorgung von defekten Ak
kus diese dem Recyclingprocess zuführen.
Ladegerät prüfen
- Akku an ein Universal-Meßgerät anschlie
ßen. Beide Meßspitzen an Leitung rot (+)
bzw. Leitung schwarz (-) des Akkus an
schließen.
Achtung! Meßkabel nicht kurzschließen!
- Akkuspannung messen (Wert merken)
- Ladegerät am Akku anschließen
- Ladegerät an das Stromnetz anschließen
- Wieder Akkuspannung messen. Meß
kabel am Stecker-Kabeleintritt antasten.
Nach kurzer Zeit muß sich die Spannung
geringfügig erhöhen (je nach Ladezu
stand)
SACHS MOTOR 301/A - 301 /AB E-Start
Contrôle de l'accumulateur
Raccorder l'accumulateur à un appareil de
mesure universel. Raccorder les deux pointes
de mesure de l'appareil de mesure à la ligne
rouge (+) ou resp. à la ligne noire (-) de
l'accumulateur. La tension doit se situer entre
13,5 et 14 Volts lorsque l'accumulateur est
chargé au maximum. Au cas où la tension
serait inférieure à 13 Volts, i'accumulateur
est défectueux et doit par conséquent être
remplacé.
Remarque: L'accumulateur défectueux doit
être éliminé en l'introduisant dans le
processus de recyclage.
Contrôle du chargeur
- Raccorder l'accumulateur à un appareil
de mesure universel. Raccorder les deux
pointes de mesure à la ligne rouge (+) ou
resp. à la ligne noire (-) de l'accumulateur.
Attention, ne pas court-circuiter le câble
de mesure !
- Mesurer la tension de l'accumulateur
(noter la valeur mesurée)
- Raccorder le chargeur à l'accumulateur
- Raccorder le chargeur au secteur
- Mesurer de nouveau la tension de
l'accumulateur. Toucher l'entrée du câble
de la prise avec le câble de mesure. Au
bout d'un bref instant, la tension doit
augmenter faiblement (en fonction de l'état
de charge)
Werbung
