Makita TD001GM201 Betriebsanleitung Seite 61

Knop(pen) / Handeling
+
De geregistreerde bedieningsfunctie
wissen
+
De snelfunctieschakelknop uitschake-
len/weer inschakelen
: Het lampje knippert.
Wijzigen van de slagkracht
U kunt de slagkracht in vier stappen instellen: 4 (maximaal), 3 (hard), 2 (gemiddeld) en 1 (zacht).
Zo kunt u de beste aandraaikracht voor het te verrichten werk kiezen.
De slagkracht verandert elke keer wanneer op de knop
U kunt de slagkracht veranderen binnen ongeveer een minuut nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten.
OPMERKING: U kunt de tijdsduur gedurende welke u de slagkracht kunt veranderen verlengen met ongeveer één
minuut door op de knop
► Fig.9
Bedieningsfunctie
(Slagkrachtniveau
aangegeven op het
bedieningspaneel)
4 (maximaal)
3 (hard)
2 (gemiddeld)
1 (zacht)
: Het lampje brandt.
OPMERKING: Als geen van de lampjes op het bedieningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar eenmaal in
voordat u op de knop
OPMERKING: Alle lampjes op het bedieningspaneel gaan zijn wanneer het gereedschap is uitgeschakeld om
acculading te besparen. De grootte van de slagkracht kan worden gecontroleerd door de trekkerschakelaar heel
licht in te knijpen zodat het gereedschap nog niet in werking treedt.
Ingedrukt houden (elke knop)
Ingedrukt houden (elke knop)
, de knop of de snelfunctieschakelknop te drukken.
Maximaal aantal slagen
-1
4.400 min Vastdraaien met de maximale kracht
en snelheid.
-1
3.600 min Vastdraaien met minder kracht en
snelheid dan in de Maximaal-stand
(gemakkelijker te controleren dan in
de Maximaal-stand).
-1
2.600 min Vastdraaien wanneer een goede
afwerking noodzakelijk is.
-1
1.100 min Vastdraaien met minder kracht om
schroefdraadbreuk te vermijden.
of de snelfunctieschakelknop drukt.
Handeling
of de snelfunctieschakelknop wordt gedrukt.
Doel
61 NEDERLANDS
Bevestiging
Alle slagkrachtniveaulampjes knipperen.
Alle lampjes op het bedieningspaneel
knipperen.
Voorbeeld van toepassing
Schroeven draaien in ondergrond-
materialen, vastdraaien van lange
schroeven of bouten.
Schroeven draaien in ondergrondma-
terialen, vastdraaien van bouten.
Schroeven draaien in afwerkplaten of
gipsplaten.
Vastdraaien van vensterschroeven of
kleine schroeven zoals M6.