TEUFELBERGER fImblSAVER Herstellerinformation Und Gebrauchsanleitung Seite 26

GEBrUIKSBEPErKING
– De bevestiging dient zich altijd verticaal boven de
gebruiker te bevinden. De mogelijkheid en gevolgen
van pendelbewegingen moeten voortdurend in het
oog gehouden worden.
– Test de structuur van het materiaal waar de beves-
tigingsinrichting gemonteerd wordt, of deze geschikt
is en afdoende stabiel voor elke mogelijke belasting,
inclusief een reddingssituatie. Laat de bevestigingsin-
richting voor gebruik door een deskundige persoon
controleren. Aan het product kan zich na een eenma-
lige belasting door een val ook een redder zekeren
– dat gaat echter alleen wanneer ook het gekozen
structurele anker (boom / tak) daarvoor geschikt is.
(Want bij de modeltest werd de dynamische belasting
twee keer getest, zonder dat aanpassingen of
verbeteringen bij de bevestigingsinrichting uitgevoerd
werden.) Het structurele anker (boom / tak) moet
minstens tegen 12 kN bestand zijn.
– De lengte van de bevestigingsinrichting dient altijd
op het object waar het touw omheen geslagen wordt
afgestemd te worden. De gebruikte lengte van het
touw moet minstens drie keer zo lang zijn als de om-
vang van het object waar het omheen geslagen wordt
zodat het touw in de trekrichting ligt. De gebruikte
lengte kan door verschuiven van de klemknoop
ingesteld worden. Controleer altijd of de klemknoop
goed zit en zijn klemwerking geheel ontvouwen kan.
Gebruik uitsluitend de beide kousen als bevestiging-
spunt en nooit het rood gemarkeerde
als stopper voor de klemknoop uitgevoerd is.
– Het houd-systeem moet tussen het ankerpunt en
de gezekerde persoon zoveel mogelijk op spanning
gehouden worden. (Vermijdt doorhangend touw.)
LET OP:
Bij gebruik van opvangsysteemen moeten op de vol-
gende punten gelet worden:
– Er moet volgens EN 355 een valdemper gebruikt
worden, die de dynamische krachten tot max. 6 kN
begrenst.
– Een verbindingsmiddel inclusief valdemper en
verbindingselementen mag een lengte van 2 m niet
overschrijden.
– Onder de gebruiker is een vrije ruimte van 7 m nodig
om in het geval van een val een contact met de
grond uit te sluiten.
G E B R U I KSVO R M E N ( a f b.1 - 5 o p p a g i n a 5 )
Bij de montage van het systeem moet er al over
nagedacht worden, hoe deze weer gedemonteerd
zal worden! Let er bij de montage op dat vorm en/
of maat van de werpbuidel evenals diens beves-
tigingspunten (bijv. ringen) zo gekozen worden,
dat ze niet in de kous getrokken kunnen worden
26
en blijven steken.
De kous, die in de OP Loop 8mm Tn (fImblSAVER -
afb. 4) resp. OD Loop 7mmT (fImblCLIMB - afb. 5)
gemonteerd is, doet dienst bij de demontage. Doordat
deze kous in vergelijking met de eind-kous anders
geconstrueerd is, blijft de conus in deze kous aan
de brug hangen, wanneer het klimtouw verwijderd
wordt. Daarvoor kan de conus door de eind-kous
getrokken worden.
LET OP: de gele Cone S voor de fImblCLIMB, de
rode Cone-L voor de fImblSAVER gebruiken.
MONTAGE VAN DE OP LOOP 8MM TN (fImblSAVER)
MONTAGE VAN DE OD LOOP 7MM T (fImblCLIMB)
(afb. 6-9, op pagina 6)
Let er bij het overslaan op dat de touwen niet kruisen.
De touwen moeten parallel liggen.
3. GEBRUIKSBEPERKING
Voer met dit product geen werkzaamheden uit
wanneer Uw veiligheid bij normaal gebruik of in
een noodgeval door Uw lichamelijke of geestelijke
toestand in gevaar zou kunnen komen!
eind dat
Het product mag niet in de buurt van scherpe
randen komen!
Let erop dat het touw (en alle andere onderdelen van
het systeem) niet in de buurt van oppervlakkenkomen
die het touw (of andere onderdelen) zouden kunnen
beschadigen, of dat een geschikte en afdoende
afscherming aan het touw (of andere onderdelen)
gemonteerd wordt. Houd het product uit de buurt van
oppervlakken die het zouden kunnen beschadigen,
bijv. scherpe of schurende oppervlakken of randen.
De bevestigingsinrichting mag alleen in samenhang
met de persoonlijke veiligheidsuitrustinggebruikt te
worden en niet met hefwerktuigen – bijvoorbeeld
voor rigging!
LET OP fImblCLIMB: De Prusik Loop met kous bevat
in de kern Dyneema®-vezels die niet tegen hitte
bestand zijn. Bij correct gebruik wordt de klemknoop
op de gewenste plaats aangebracht en daar gelaten.
Een voortdurend verschuiven van de klemknoop kan
door wrijving de ontwikkeling van hitte tot gevolg
hebben en is niet toegestaan! De ontwikkeling van
warmte (>60°C) dient vermeden te worden.