Storingen Bij Watertekort; Storingen Bij Het Ontsteken Verhelpen; Storingen In Het Lucht-/Uitlaatkanaal - Vaillant ecoVIT exclusiv VKK SWE 226/4 Bedienungsanleitung

4 CV-toestel bedienen
4.6.1

Storingen bij watertekort

Zodra de systeemdruk beneden een grenswaarde daalt,
verschijnt op het display de servicemelding „Waterdruk
controleren". Voor zover de installateur voldoende
water heeft bijgevuld, verdwijnt de weergave na ca. 20
seconden vanzelf/automatisch. Bij daling van de druk
onder de 0,3 bar schakelt de brander uit. Op het display
verschijnt de storingsmelding „F.22". Om het toestel
weer naar normale modus te brengen, moet de installa-
teur eerst de installatie met water bijvullen. Bij een
defecte sensor, herkenbaar aan een druk van minder
dan 0 bar of meer dan 9 bar wordt de Vaillant comfort-
beveiliging geactiveerd.
Als de druk vaker daalt, moet de oorzaak voor het ver-
lies van CV-water worden vastgesteld en verholpen.
>
Laat bij regelmatig drukverlies uw verwarmingsinstal-
latie door een installateur controleren.
Voor een storingsvrij gebruik van de verwarmingsinstal-
latie moet de waterdruk bij een koude installatie tussen
1,0 en 2,0 bar liggen (¬ Hoofdst. 4.2.2).
b
Wees voorzichtig!
Gevaar voor beschadiging door verkeerd
vullen!
Daardoor kunnen beschadigingen aan afdich-
tingen en membranen, alsmede geluiden in de
CV-functie ontstaan. Hiervoor en voor soort-
gelijke schade kunnen wij geen aansprakelijk-
heid aanvaarden.
Voor het vullen van de cv-installatie mag
alleen water worden gebruikt dat aan de ver-
eisten van de richtlijn VDI 2035 voldoet.
>
Laat alleen door uw installateur water en
additieven zoals bv. antivries en anti-corro-
siemiddelen bijvullen.
>
Laat door uw installateur water bijvullen als de instal-
latiedruk lager is dan 1,0 bar.
Als de cv-installatie zich over meerdere etages uitstrekt,
kan een hogere waterdruk van de installatie nodig zijn.
>
Vraag advies aan uw installateur over de installatiedruk.
68

4.6.2 Storingen bij het ontsteken verhelpen

1
2
Afb. 4.12 Reset
Als na vijf ontstekingspogingen geen ontsteking van de
brander volgt, schakelt het toestel niet in en schakelt
naar „Storing". Dit wordt door storingscodes „F.28"
of „F.29" op het display weergegeven.
Tevens verschijnt het doorgekruiste flammensymbool
(1) en een overeenkomstige weergave met niet-geco-
deerde tekst op het display, b.v. voor „F.28": „Uitval
bij aanloop, ontsteking mislukt".
Een nieuwe automatische ontsteking vindt pas na een
handmatige reset plaats.
>
Druk op de resetknop (2) en houd deze ca. een seconde
lang ingedrukt om het toestel handmatig te resetten.
Als uw toestel na drie resetpogingen niet inschakelt,
neemt u dan het volgende in acht:
>
Schakel de aan/uit-schakelaar in de stand „0" om uw
toestel uit te schakelen.
>
Laat uw toestel door een installateur controleren.

4.6.3 Storingen in het lucht-/uitlaatkanaal

De toestellen zijn uitgerust met een ventilator. Als de
ventilator niet goed werkt, schakelt het toestel de venti-
lator uit.
>
Op de display verschijnen dan de symbolen
en alsmede de foutmelding „F.3x".
De weergegeven storingscode wordt
tevens door een weergave met niet-geco-
deerde tekst toegelicht, bijvoorbeeld:
„Storing ventilator".
>
Laat uw toestel door een installateur controleren.
Bedieningshandleiding ecoVIT exclusiv 0020077406_00