Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfname; Codeerschakelaar Instellen; Inbedrijfname Van De Installatie En De Module; Instellingen Bij Installaties Met Een Cascademodule In Bus-Systeem - Bosch MC 400 Installationsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MC 400:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

62 | Inbedrijfname

4
Inbedrijfname
Alle elektrische aansluitingen correct aansluiten en pas
daarna de inbedrijfstelling uitvoeren!
▶ Respecteer de installatie-instructies van alle compo-
nenten en modules van de installatie.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle
modules zijn ingesteld.
OPMERKING: Schade aan de installatie door een defec-
te pomp!
▶ Vul en ontlucht de installatie voor het inschakelen,
zodat de pompen niet drooglopen.
4.1

Codeerschakelaar instellen

Wanneer de codeerschakelaar op een geldige positie staat en de com-
municatie via het BUS-systeem is opgebouwd, dan brandt de bedrijfsin-
dicatie constant groen. Wanneer de codeerschakelaar op een ongeldige
positie staat, brandt de bedrijfsindicatie eerst niet en daarna rood.
Wanneer op de master-module MC 400 de codeerscha-
kelaar op 10 is ingesteld en een directe BUS-verbinding
bestaat tussen een warmtebron en deze module, is de in-
bedrijfname van de installatie niet mogelijk.
4.2

Inbedrijfname van de installatie en de module

OPMERKING: Schade aan de installatie door een defecte
pomp!
▶ Vul en ontlucht de installatie voor het inschakelen,
zodat de pompen niet drooglopen.
4.2.1
Instellingen bij installaties met een cascademodule in BUS-
systeem
1. Regelstrategie met de codeerschakelaar op de cascademodule in-
stellen.
2. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
3. Schakel de voedingsspanning (netspanning) voor de totale installatie
in.
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen brandt:
4. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde in-
structie in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.
5. Controleer de instellingen op de bedieningseenheid voor de cascade
en stem deze eventueel af op de geïnstalleerde cascade.
4.2.2
Instellingen bij installaties met 2 of meer cascademodulen
in BUS-systeem
In een installatie kunnen maximaal 16 warmtebronnen worden geïnstal-
leerd. In dergelijke gevallen is er een master-cascademodule aanwezig
en 1 tot 4 slave-cascademodules.
1. Regelstrategie met de codeerschakelaar op de master-cascademo-
dule instellen.
2. Stel de codeerschakelaar op de slave-cascademodules in op 10.
3. Eventueel de codeerschakelaar op overige modules instellen.
4. Voedingsspanning van de warmtebron inschakelen.
5. Voedingsspanning voor de modules en de bedieningseenheden in-
schakelen.
6. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de meegeleverde in-
structie in bedrijf en stel deze overeenkomstig in.
7. Controleer de instellingen op de bedieningseenheid voor de cascade
en stem deze eventueel af op de geïnstalleerde cascade.
6 720 809 453 (2014/12)
4.3
Toestandsindicatie voor de warmtebron/slave-
cascademodule op master-cascademodule
Naast de codeerschakelaar bevinden zich op de module 4 LED's, die de
betreffende toestand van de aangesloten warmtebron/module weerge-
ven.
• LED 1, 2, 3 en 4 geven de toestand aan van de betreffende op de mo-
dule aangesloten warmtebron/slave-cascademodule:
– Uit: verbinding verbroken of geen communicatie
– Rood: warmtebron gevonden, maar verbinding onderbroken of
storing op de warmtebron
– Geel: warmtebron aangesloten, geen warmtevraag
– Knippert geel: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig,
maar de brander is uit
– Groen: slave-module gevonden of warmtebron gevonden, warm-
tevraag aanwezig, brander in bedrijf, verwarming actief
– Knippert groen: slave-module gevonden of warmtebron gevon-
den, warmtevraag aanwezig, brander in bedrijf, warmwatervoor-
ziening actief
4.4
Toestandsindicatie van de warmtebron op de slave-
cascademodule
Naast de codeerschakelaar bevinden zich op de module 4 LED's, die de
betreffende toestand van de aangesloten warmtebron/module weerge-
ven.
• LED 1, 2, 3 en 4 geven de toestand van de warmtebron weer:
– Uit: verbinding verbroken of geen communicatie
– Rood: slave-cascademodule of warmtebron gevonden, maar ver-
binding onderbroken of storing op de warmtebron
– Geel: warmtebron aangesloten, geen warmtevraag
– Knippert geel: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig,
maar de brander is uit (bijvoorbeeld wanneer de antipendelblok-
kering van de warmtebron actief is)
– Groen: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig, brander
in bedrijf, verwarming actief
– Knippert groen: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig,
brander in bedrijf, warmwatervoorziening actief
MC 400

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis