• U kunt de grondplaat van het laser-gereedschap
verder van het oppervlak verplaatsen
(Afbeelding Ⓘ ③), door de Stelknop naar links te
draaien (Afbeelding Ⓘ ②). Wanneer u de knop
draait, zal de bel in het waterpasglaasje naar
beneden gaan (Afbeelding Ⓘ ①).
De detector gebruiken
Met de detector kan de gebruiker de locatie van
de laser bepalen over langere afstanden, of bij
omstandigheden met slecht licht waardoor de laser niet
goed zichtbaar is.
Installatie van de detector
U kunt de detector in de hand gebruiken, of u kunt
deze met een klem aan een meetlat, stang of paal, of
een soortgelijk voorwerp bevestigen.
De detector gebruiken met een klem
Leid de klem op de detector en gebruik daarvoor de
1.
uitlijningsgaten op de klem (Afbeelding Ⓕ ①)en
de achterzijde van de detector (Afbeelding Ⓕ ②.
Draai de bevestigingsschroef naar rechts vast
2.
(Afbeelding Ⓕ ③).
U kunt de bevestigingsknop (Afbeelding Ⓕ ④)
3.
naar rechts los draaien.
Bevestig de klemmen aan een lat, stok of een
4.
soortgelijk waterpas voorwerp.
Draai de bevestigingsknop (Figure Ⓕ ④) naar
5.
rechts zodat de klem vast komt te zitten op een lat,
stok of een soortgelijk waterpas voorwerp.
Verplaats de detector omhoog en omlaag door de
6.
klem los te draaien zodat u het Referentieniveau
kunt vinden (Afbeelding Ⓕ ⑤).
Draai, zodra u het Referentieniveau hebt
7.
gevonden, de bevestigingsknop naar rechts zodat
de klem op z'n plaats blijft.
Lees de positie af die wordt getoond op
8.
de rand met de Referentielijn van de klem
(Afbeelding Ⓕ ⑥).
De detector bedienen
Het detector inschakelen (ON)
Druk aan de voorzijde van de detector op
1.
schakel de detector in (ON).
Controleer dat op het toetsenblok
2.
(Afbeelding Ⓓ ⑧). U moet ook een korte toon
horen.
Gebruik de detector.
3.
De detector uitschakelen (OFF)
Druk aan de voorzijde van de detector op
1.
schakel de detector uit (OFF).
OPMERKING: De detector schakelt zichzelf
automatisch uit (OFF) als 10 minuten lang geen
laserstraal detecteert.
U kunt de detector weer inschakelen (ON) door op
2.
.
en
gaat branden
NL
en
83