Inhaltsverzeichnis
Werbung
38
ABACUS
ABACUS Controls
verwerking van Rise/Fall
te dempen (naar rechts draaien)
of te inverteren (naar links
draaien). Geeft geen interne
spanning door totdat de
verwerking plaatsvindt.
CHANNEL 4 CYCLE TRIGGER –
(22)
Zorgt voor een externe
positieve gate of trigger van
+2.5 V of meer om de cycle-
functie van kanaal 4
te activeren.
CHANNEL 1 RESPONSE –
(23)
Gebruik deze regelaar om
de respons van kanaal 1 te
variëren van logaritmisch tot
lineair en exponentieel. Zie de
onderstaande tabel.
CHANNEL 4 RESPONSE –
(24)
Gebruik deze regelaar om
de respons van kanaal 4 te
variëren van logaritmisch tot
lineair en exponentieel. Zie de
onderstaande tabel.
CHANNEL 1 CYCLE –
(25)
Gebruik deze knop om het
cyclen (roteren) van kanaal 1
te activeren; Rise en Fall roteren
totdat de knop opnieuw wordt
ingedrukt om de cyclus
te stoppen. Tijdens het roteren
licht de knop op. De knop
knippert als cycle extern wordt
getriggerd via ingang 19.
De interne cyclus krijgt
prioriteit boven externe trigger.
CHANNEL 1 OUTPUT –
(26)
Verzendt de verwerkte
spanning van kanaal 1.
CHANNEL 2 OUTPUT –
(27)
Verzendt de verwerkte
spanning van kanaal 2.
CHANNEL 3 OUTPUT –
(28)
Verzendt de verwerkte
spanning van kanaal 3.
CHANNEL 4 OUTPUT –
(29)
Verzendt de verwerkte
spanning van kanaal 4.
CHANNEL 4 CYCLE –
(30)
Gebruik deze knop om het
cyclen (roteren) van kanaal 4
te activeren; Rise en Fall roteren
totdat de knop opnieuw wordt
ingedrukt om de cyclus
te stoppen. Tijdens het roteren
licht de knop op. De knop
knippert als cycle extern wordt
getriggerd via ingang 22.
De interne cyclus krijgt
prioriteit boven externe trigger.
CHANNEL 1 END OF
(31)
RISE OUTPUT – Stuurt op het
hoogste punt van de functie
Rise een +9 V-spanning uit,
die wordt aangegeven door de
bijbehorende LED, die actief
blijft tot het einde van de
Fall-cyclus.
CHANNEL 1 UNITY OUTPUT –
(32)
Verzendt een spanning van 0 -
+10 V na de functies Rise/Fall
als kanaal 1 cycelt (roteert);
volgt anders de kanaalingang
die niet wordt beïnvloed door
de dempingsconverter.
LED geeft groen aan voor een
positieve spanning, rood voor
een negatieve spanning.
OR OUTPUT – Stuurt het
(33)
resultaat uit van een analoge
OF-functie die is gebaseerd
op de instelling van de
dempingsconverters voor
kanaal 1 – 4 (regelaars 12, 13,
20, 21). Kanalen 1 en 4 hebben
een externe spanning nodig om
mee te doen.
SUM OUTPUT – Stuurt een
(34)
opgeteld (summed) voltage uit
in het bereik +/- 10 V op basis
van de instellingen van de
dempingsconverters voor
kanalen 1 – 4 (regelaars 12, 13,
20, 21). LED geeft groen aan
voor een positieve spanning,
rood voor een negatieve
spanning. Kanalen 1 en 4
hebben een externe spanning
nodig om mee te doen.
INVERTED SUM OUTPUT –
(35)
Verzendt de geïnverteerde
versie van SUM-uitgang 34.
Quick Start Guide
CHANNEL 4 UNITY OUTPUT –
(36)
Verzendt een spanning van
0 - +10 V na de functies
Rise/Fall als kanaal 4 cycelt
(roteert); volgt anders de
kanaalaansluiting die niet
wordt beïnvloed door
de dempingsconverter.
LED geeft groen aan voor een
positieve spanning, rood voor
een negatieve spanning.
CHANNEL 4 END OF
(37)
CYCLE OUTPUT – Stuurt aan
het einde van de Rise/Fall cycle
een + 9 V-spanning uit,
die wordt aangegeven door
de bijbehorende LED.
Steg 2: Kontroller
(SE)
CHANNEL 1 CV INPUT –
(1)
Tar emot variabla spänningar
i intervallet +/- 10 V för
behandling av kanal 1.
Om ingen spänning finns
kommer Abacus att använda
en egengenererad spänning
på ungefär +10 V.
CHANNEL 1 TRIGGER INPUT –
(2)
Tar emot positivt riktad gate
eller trigger över + 2.5 V. Gör så
att Rise/Fall-funktionen
aktiveras.
CHANNEL 2 CV INPUT –
(3)
Tar emot spänningar i
39
Werbung
Inhaltsverzeichnis
