Uitleg Van De Symbolen; Algemene Veiligheidsaanwijzingen; Extra Veiligheidsaanwijzingen - Gardena 4100 Silent Betriebsanleitung

Pompe d'arrosage de Unité
surface
Niveau de puissance
acoustique L :
1)
WA
mesuré / garanti
dB (A)
Incertitude k
WA
Température maxi du liquide °C
Procédé de mesure conformément à :
8. ACCESSOIRES / PIÈCES DE RECHANGE
Tuyaux d'aspiration Tuyau résistant à la flexion et à la dépression et à la flexion,
GARDENA disponible au choix soit au mètre réf. 1720 / 1721 (19 mm (3/4") /
25 mm (1")) sans garniture de branchement, soit en longueur fixe
réf. 1411 / 1418 complet avec garniture de branchement.
Adaptateurs pour tuyaux Pour raccordement côté aspiration.
d'aspiration GARDENA
Set de raccordement grand Pour raccordement côté refoulement.
débit pour pompes GARDENA
Filtres d'aspiration Pour équiper les tuyaux d'aspiration vendus
avec clapet anti-retour à la coupe.
GARDENA
Filtre anti-sable GARDENA
Recommandé pour le pompage d'eau chargée
en sable.
Tuyau d'aspiration
Pour raccorder la pompe (côté aspiration)
GARDENA pour puits
à un puits piqué ou à une canalisation
piqué (tuyau rigide) en maintenant le vide d'air.
Longueur : 0,5 m. Filetage intérieur de
raccordement 26/34 (des 2 côtés).
Aspiration flottante Pour une aspiration sans saletés, sous le
GARDENA niveau de l'eau.
Connecteur rapide GARDENA Pour le raccordement côté refoulement de
tuyaux de refoulement 1".
9. SERVICE
Veuillez contacter l'adresse indiquée au verso.
10. ÉLIMINATION
10.1 Élimination de la pompe :
(conformément à la Directive 2012/19/EU)
Le produit ne doit pas être jeté avec les déchets ménagers
normaux. Il doit être éliminé conformément aux prescriptions
locales de protection de l'environnement en vigueur.
IMPORTANT !
v Éliminez le produit par le biais de votre point de collecte et de
recyclage local.
nl Besproeiingspomp
4100 Silent / 4200 Silent / 4300 Silent
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
2. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
3. BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
4. ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
5. OPBERGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
6. STORINGEN VERHELPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
7. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
8. TOEBEHOREN / ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
9. SERVICE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
10. AFVOEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Vertaling van de originele instructies.
16
9050-20.960.02.indd 16 9050-20.960.02.indd 16
Valeur Valeur Valeur
(réf. 9050) (réf. 9054) (réf. 9056)
73 / 75 71 / 74 73 / 75
2,52 2,58 2,20
35 35 35
RL 2000/14/EU
1)
réf. 1723 / 1724
réf. 1750 / 1752
réf. 1726 / 1727 /
1728
réf. 1730 / 1731
réf. 1729
réf. 1417
réf. 7109 / 7103
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN

1.1 Uitleg van de symbolen

Lees de gebruiksaanwijzing.

1.2 Algemene veiligheidsaanwijzingen

1.2.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor pompen
GEVAAR!
Elektrische schok!
Risico op letsel door elektrische stroom.
v Het product moet worden gevoed via een aardlekschakelaar (RCD) met
een nominale aardlekstroom van maximaal 30 mA.
v Trek de stekker van het product uit het stopcontact voordat u het buiten
werking stelt, onderhoudswerkzaamheden uitvoert of onderdelen vervangt.
Daarbij moet het stopcontact zich binnen uw gezichtsveld bevinden.
1.2.2 Veiligheidsaanwijzingen voor besproeiingspompen
1.2.2.1 Veilige werking:
De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 35 °C.
De pomp mag niet worden gebruikt wanneer zich personen in het water
bevinden.
Vervuiling van de vloeistof zou door het weglekken van smeermiddelen kunnen
ontstaan.
1.2.2.2 Veiligheidsschakelaar:
Thermische veiligheidsschakelaar:
Bij overbelasting wordt de pomp door de ingebouwde thermische motorveilig-
heidsschakelaar uitgeschakeld. Nadat de motor voldoende is afgekoeld is de
pomp weer gebruiksklaar.

1.3 Extra veiligheidsaanwijzingen

1.3.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit product kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder evenals
door personen met verminderde lichamelijke, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en kennis, wanneer zij onder toezicht staan of m.b. t. het
veilige gebruik van het product werden geïnstrueerd en de daaruit voortvloeiende
risico's begrijpen. Kinderen mogen niet met het product spelen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij ze
8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Wij adviseren jongeren het product pas vanaf 16 jaar te gebruiken.
De GARDENA Besproeiingspomp is bedoeld voor het pompen van grond- en
regenwater, leidingwater en chloorhoudend water in tuinen van parti culieren en in
volkstuinen.
Het product is niet geschikt om langdurig te gebruiken (professioneel gebruik).
Het product is niet geschikt om continu te laten pompen.
1.3.1.1 Pompvloeistoffen:
Met de GARDENA Besproeiingspomp mag alleen water worden getranspor-
teerd.
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Het is verboden zout water, vervuild water, bij tende, licht ont vlambare of explo-
sieve stoffen (bijv. benzine, petroleum, nitroverdunmiddel), olie, stookolie en
levensmiddelen te pompen.
1.3.1.2 Drukopvoering:
De ingangsdruk moet door middel van een instelbare drukbegrenzingsklep
worden beveiligd. Bij gebruik van de pomp ter drukversterking mag de maxi-
maal toegestane binnendruk van 6 bar niet worden overschreden. De maxi-
male ingangsdruk bedraagt derhalve:
GARDENA Besproeiingspomp 4100 art. 9050
GARDENA Besproeiingspomp 4200 art. 9054
GARDENA Besproeiingspomp 4300 art. 9056
1.3.2 Aanvullende veiligheidsaanwijzingen inzake elektriciteit
GEVAAR!
Hartstilstand!
Dit product genereert tijdens de werking een elektromagnetisch veld. Dit
veld kan onder bepaalde omstandigheden invloed hebben op de werkwij-
ze van actieve of passieve medische implantaten. Om het gevaar van
situaties die kunnen leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen uit te
sluiten, dienen personen met een medisch implantaat hun arts en de
fabrikant van het implantaat te raadplegen alvorens dit product te gebrui-
ken.
De pomp moet stabiel worden neergezet op een plaats die niet onder water kan
komen te staan. Zorg ervoor dat de pomp niet in het water kan vallen. Plaats de
pomp op veilige afstand (min. 2 m) van het transportmedium. Als extra veiligheid
kan een toegelaten aardlekschakelaar gebruikt worden.
v Max. 2,4 bar
v Max. 2,1 bar
v Max. 1,7 bar
28.10.22 10:33 28.10.22 10:33