ELRO FZ5010R Bedienungsanleitung Seite 13

• Test de correcte activering van uw rookmelder door enkele seconden op de testknop te drukken, u
hoort het testsignaal, de rookmelder functioneert zoals het zou moeten.
• Zet vervolgens de schakelaar terug naar de "A" positie.
• De rookmelder wordt opnieuw automatisch geactiveerd door hem op de montageplaat te
plaatsen en naar links te draaien, 2 kunststof haken op de montageplaat zetten de schakelaar in
de "B = ON" positie.
Waarschuwing
- 10 jaar na activatie vervangen: _ _ - _ _ - _ _ _ _
- Als het testsignaal niet te horen is, mag de rookmelder niet worden gebruikt!
Meerdere rookmelders onderling koppelen
1. Kies één rookmelder als master rookmelder.
2. Zet uw master rookmelder in de verbindingsmodus door 3 keer snel op de testknop te drukken.
3. De rode LED (voorkant) zal oplichten, gevolgd door de blauwe LED (achterkant). Dit geeft aan dat
de rookmelder in de verbindingsmodus is gezet, waarin deze 30 seconden blijft staan.
4. Zet de volgende rookmelder in de verbindingsmodus door snel 3 keer op de testknop te drukken.
5. De rode LED (voorkant) zal oplichten, gevolgd door de groene LED (achterkant). Dit geeft aan dat
de rookmelders met elkaar verbonden zijn.
6. Herhaal stap 1 t/m 5 voor het aansluiten van meer rookmelders. Let erop dat u altijd dezelfde
hoofdrookmelder gebruikt!
7. Test of de uw rookmelders succesvol zijn aangesloten door op de testknop van een willekeurig
apparaat te drukken totdat deze piept. De rode LED van alle aangesloten apparaten zal gedurende
vijf minuten tweemaal per seconde knipperen. Stop deze alarmen door op de testknop van elke
rookmelder te drukken.
Aansluiting resetten
1. Koppel de rookmelder die u wilt resetten los door deze van de montageplaat te verwijderen, of
door de activeringsschakelaar met een schroevendraaier naar "A" te duwen.
2. Houd de testknop ingedrukt en activeer de rookmelder opnieuw door de activeringsschakelaar
naar "B = ON" te duwen.
3. Houd de testknop ingedrukt terwijl de LED rood oplicht en laat hem los wanneer de LED uitgaat.
4. Druk op de testknop wanneer de LED weer oplicht.
5. De LED zal beginnen te knipperen om aan te geven dat het netwerk wordt gewist.
6. Wanneer de LED uit gaat, is de verbinding met succes gewist.
7. Herhaal stap 1 t/m 6 voor het ontkoppelen van meer rookmelders.
Montage
(zie pagina 1_ A-B-C)
• Plaats de montageplaat op de gewenste installatieplaats en markeer waar de gaten geboord
moeten worden.
• Boor twee gaten met een diameter van 5 millimeter.
• Duw de plastic pluggen in de gaten.
• Steek de schroeven in de montageplaat en draai ze stevig vast in de pluggen.
• Plaats de rookmelder op de montageplaat en zet hem vast door hem met de klok mee te draaien.
• Test de goede werking van uw rookmelder door op de testknop te drukken. Als er geen geluid
wordt gegenereerd, functioneert de rookmelder niet goed en mag deze niet worden gebruikt!
Alarm dempen
Wanneer de rookmelder rook heeft gedetecteerd en overgaat in de alarmmodus, kunt u het alarm
minimaal 5 minuten en maximaal 15 minuten dempen door op de testknop te drukken. Daarna wordt
(zie pagina 1)
- 12 -