Starten en stoppen
Voor de start
WAARSCHUWING! Neem de
!
gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik
de machine niet voor u alles duidelijk heeft
begrepen.
Draag altijd persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Zie instructies in het
hoofdstuk "Persoonlijke
veiligheidsuitrusting".
•
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie de instructies in het
hoofdstuk "Onderhoud".
•
Zorg ervoor dat de ontstekingskabel goed op de bougie
zit.
Starten
•
Zet de gashendel op vol gas.
•
De motorrembeugel moet tegen de handgreep worden
gehouden wanneer de motor wordt gestart.
•
Ga achter de machine staan.
•
Pak de starthendel beet, trek met uw rechterhand het
starterkoord langzaam uit tot u weerstand voelt (de
starthaken grijpen in). Krachtig trekken om de motor te
starten. Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
Aandrijving
•
Om de aandrijving te gebruiken schuift u de
koppelingshendel naar voren.
Stoppen
•
De motor wordt gestopt door de motorrembeugel los te
laten. De aandrijving wordt ook uitgeschakeld, als men de
rembeugel loslaat.
•
Alleen de aandrijving kan worden uitgeschakeld door de
remhendel iets omhoog te lichten.
BEDIENING
– 43
Dutch