Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Jung Pumpen PENTAIR COMPLI 1535/2 B2 HL Originalbetriebsanleitung Seite 41

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zijn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zijn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlijke gedeeltes zijn bijzondere
voorschriften van toepassing!
TOEPASSING
De compli-fecaliënopvoerinstallaties zijn TUV-goedgekeurd
en geschikt voor het opvoeren van afvalwater uit toiletten en
urinoirs, evenals van huishoudelijk afvalwater met de gebrui-
kelijke toevoegingen.
De installaties hebben een niveauschakeling die de pomp in- of
uitschakelt, afhankelijk van het waterpeil. De pieptoon van de
ingebouwde alarm geeft dat er een functiestoring is, ook al is
dit slechts tijdelijk.
Is de pomp te warm geworden, dan wordt deze uitgeschakeld
door de wikkelingssthermostaten. Voordat de storingsoorzaak
wordt opgeheven, moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken, omdat anders de pomp automatisch weer aanslaat
na afkoeling. Er vindt geen directe storingsmelding plaats.
De reservoirs zijn dompelbaar met een max. hoogte van 2 m
waterkolom (WK) en een duur van maximaal 7 dagen.
De besturing is niet dompelbaar, maar spatwaterdicht conform
IP 44.
Bij correcte installatie en beoogde gebruik voldoet de bestu-
ring aan de veiligheidseisen van de EMC-richtlijn 2014/30/EU
en is geschikt voor gebruik in huis met aansluiting op het open-
bare elektriciteitsnet. Bij aansluiting op een industrieel elek-
triciteitsnet binnen een industrieel bedrijf met een stroom-
voorziening door een eigen hoogspanningtransformator, moet
onder omstandigheden met onvoldoende immuniteit rekening
worden gehouden.
Bij het gebruik van de apparatuur moeten de relevante natio-
nale wettelijke en lokale voorschriften worden nageleefd, zoals
bijv.
• Pompinstallaties voor afvalwater van gebouwen en terreinen
(bijv. in Europa EN 12050 en EN 12056)
• Opbouw van laagspannings-elektrische installaties (bijv. in
Duitsland VDE 0100)
• Veiligheid en arbeidsmiddelen (bijv. in Duitsland BetrSichV
en BGR 500)
• Veiligheid in afvalwaterinstallaties (bijv. in Duitsland GUV-V
C5, GUV-R 104, GUV-R 126)
• Elektrische systemen en apparatuur (bijv. in Duitsland GUV-V
A3)
• Explosiebeveiliging conform EN 60079-0 EN 60079-1, EN
60079-14, EN 60079-17 en EN 1127-1
Omvang van de levering
• één of twee reservoirs met DN 150-klemflensverbinding voor
de toevoer
• twee afwateringspompen
• Voetbochten voor de pompen
• elastische verbinding(en) met klemmen voor de ontluchting
NEDERLANDS
DN 70
• elastische banden met klemmen voor de voetbochtstukken
• elastische verbinding met klemmen voor de drukleiding
• bevestigingsmateriaal voor reservoirs en voetbochten
• Besturing
Bedrijfsmodus:
Intermitterend bedrijf S3, zie technisch
gegevensblad
INBOUW
De opvoerinstallatie moet vrijstaand en met een opdrijfbevei-
liging worden ingebouwd. Naast en boven alle te bedienen en
onderhouden onderdelen moet een werkgebied van ten minste
60 cm breedte en hoogte aanwezig zijn.
Ontluchting: de ontluchtingsleiding moet over het dak worden
geleid.
Toevoer: in de toevoer van het reservoir moet een schuifafslui-
ter worden geïnstalleerd.
Om de installatie in geval van storing of onderhoud van een
pomp te kunnen blijven gebruiken, moet tussen elke pomp en
het reservoir een onderhoudsschuif worden geplaatst.
Drukleiding: Achter een EN 12050-goedgekeurde terugslag-
klep in de drukleiding, moet nog een vuilwaterschuif worden
aangebracht. De drukleiding moet met een lus boven het plaat-
selijke terugstuwingsniveau worden geleid.
Voor de afwatering van de opstelruimte moet een pompput
worden aangelegd.
De Compli 1500- en Compli 2500-fecaliënopvoerinstallaties
worden in modules aangeleverd en ter plaatse door een instal-
latiebedrijf gemonteerd.
LET OP! Alle schroeven die worden gebruikt om afzonderlijke
onderdelen aan het reservoir te bevestigen, mogen slechts
met een max. aandraaimoment van 6 Nm worden aangedraaid.
Montage reservoir
De schuif in de toevoer (accessoire) sluiten om het binnendrin-
gen van water tijdens de montage te voorkomen.
De vier montagebeugels aan de zijkant van het reservoir
schroeven. LET OP! De schroeven slechtst zover vast aan-
draaien dat het reservoir niet vervormd raakt, omdat er anders
kans op lekkage bestaat.
Opvoerinstallatie met de klemflens tot de aanslag op de toe-
voerbuis schuiven en uitlijnen.
Als een zijdelingse DN 150-toevoer wordt gebruikt, moet deze
eerst met een gatenzaag Ø 152 op de markering worden open-
gezaagd en ontbraamd. De standaardtoevoer moet worden af-
gedicht met de meegeleverde plug.
De zeskantschroeven van de klemflens stevig aandraaien.
Bij de Compli 2500 nu de twee reservoirs met een DN 150-buis
en klemflenzen verbinden.
Gaten voor het de vloermontage van het reservoir aftekenen
en uitboren, pluggen plaatsen en het reservoir met hout-
schroeven en ringen vastschroeven.
Montage pompen
LET OP! Om de pomp in geval van een storing of onderhouds-
werkzaamheden te kunnen blijven gebruiken, moet tussen elke
41

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis