Stryker VisionPro 26 Bedienungsanleitung Seite 221

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant: Elektromagnetische immuniteit
Het VisionPro 26"-ledbeeldscherm en het VisionPro SYNK 26" draadloos ledbeeldscherm zijn bestemd voor gebruik in de
hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving�
De koper of de gebruiker van het beeldscherm dient ervoor te zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt
gebruikt�
Immuniteitstest IEC 60601-testniveau
Geleide RF 3 Vrms
IEC 61000-4-6 150 kHz tot 80 MHz
Uitgestraalde RF 10 V/m
IEC 61000-4-3 80 MHz tot 2,7 GHz
(a) De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) radiotelefoons en landmobiele radio's,
amateurradio's, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen, kan theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld�
Voor het vaststellen van de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders dient een elektromagnetisch
locatieonderzoek te worden overwogen� Als de gemeten veldsterkte op de gebruikslocatie van het VisionPro 26" LED-beeldscherm
en het VisionPro SYNK 26" draadloos LED-beeldscherm het bovenvermelde van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau overschrijdt,
moeten het beeldscherm en de zender worden doorgemeten om te controleren of deze normaal werken� Als het beeldscherm
niet normaal werkt, zijn er wellicht aanvullende maatregelen vereist� Zo kunt u het beeldscherm verplaatsen of anders richten�
(b) Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder zijn dan 3 V/m�
Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Draagbare en mobiele apparatuur voor radiofrequente
communicatie mag niet dichter bij enig onderdeel van de
beeldschermen, inclusief de bijbehorende kabels, worden
gebruikt dan de geadviseerde tussenruimte die afgeleid is
van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie
van het zendapparaat�
Aanbevolen scheidingsafstand:
3 V d = 2√P 80 MHz tot 2,7 GHz
10 V/m
waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de
zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender en
d de aanbevolen tussenafstand in meter (m) is�
De door vaste RF-zenders uitgestraalde veldsterkte, zoals
vastgesteld door elektromagnetische meting van de
locatie (a), moet lager zijn dan het nalevingsniveau in elk
frequentiebereik (b)�
Storingen kunnen optreden in de omgeving van apparatuur
die van onderstaand symbool is voorzien:
NL-217