Herunterladen Diese Seite drucken

Atlas Copco AUTOMAN AC40 Bedienungsanleitung Seite 20

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 16
A - Installatie
De compressor moet geïnstalleerd worden in een geventileerde
en vorstvrije ruimte op een afstand van ten minste 50 cm van
de muren. Voor de aansluiting op het stroomnet dient voor
zover mogelijk gebruik van verlengsnoeren en dergelijke
vermeden te worden.
B - Inbedrijfstelling
Controleer het oliepeil (13) Afb. 3 en vul indien nodig olie bij via
opening (11) Afb. 2.
Het oliepeil moet tussen de op Afb. 3 getoonde minimum en maxi-
mum waarde liggen.
LET OP
Het oliepeil mag nooit lager zijn dan het minimumpeil, hetgeen
ernstige beschadigingen tot gevolg zou kunnen hebben.
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die aangegeven is op de kenplaat op de klemmenkast
van de elektromotor (2) Afb. 1.
Controleer of de elektrische installatie voorzien is van een
behoorlijke aardaansluiting.
Voor de aansluiting van driefase compressoren : zie Afb. 9 en
aansluiten op 22.
Voordat de installatie onder spanning gezet wordt, dient de
schakelaar op Off gezet te worden.
BELANGRIJK
Het aan- en uitzetten van de compressor mag uitsluitend
uitgevoerd worden met de schakelaar (14) Afb. 4 op de
contactmanometer (7) Afb. 4.
Na het aansluiten van de compressor: controleer de draairichting
zoals aangegeven door de pijl op de riembeschermer (1) Afb. 1.
C - Stop
Zoals hierboven aangegeven mag het uitzetten van de
compressor uitsluitend worden uitgevoerd met de schakelaar
(14) Afb. 4 op de contactmanometer (7) Afb. 4. Tijdens deze
handeling dient gecontroleerd te worden dat de perslucht van
de persleiding door de ontlastklep (15) Afb. 4 afgevoerd
wordt, teneinde de volgende opstart te vergemakkelijken.
D - Werking
De automatische werking van de compressor wordt bestuurd door
de contactmanometer (7) Afb. 1-4 die de voeding van de motor
(10) Afb. 1 onderbreekt als de druk in het reservoir (9) Afb. 1 de
maximum regelwaarde bereikt. Zodra de druk in het reservoir
opnieuw naar de minimum regelwaarde daalt, wordt de
elektromotor weer ingeschakeld.
09/04
Page 20
LET OP
De compressor is voorzien van een veiligheidsklep (6) Afb. 1-8.
De veiligheidsklep is ingesteld op een druk die iets hoger is
dan de maximum regelwaarde; deze klep wordt geactiveerd
in geval van storing van de werking van de contactmanometer
(7) Afb. 1-4.
E - Regeling van de insteldruk Afb. 5
Verdraai de stelschroef van de contactmanometer (Afb. 8).
Maximum toegelaten druk: 10 bar (12 bar voor model B).
F - Onderhoud
Ververs de olie na de eerste 50 bedrijfsuren. De olie moet
door dop (12) Afb. 2 worden afgetapt.
Vul nieuwe olie bij door dop (11) Afb. 2 en controleer het oliepeil
met behulp van het kijkglas (13) Afb. 3 voor elke inbedrijfstelling.
Reinig het filterelement (21) Afb. 5 om de 100 uur door het met
lucht onder lage druk schoon te blazen. Vervang het filterelement
om de 500 uur.
Luchtreservoir: zie de aparte gebruiksaanwijzing voor het
luchtreservoir.
Tap om de 20 bedrijfsuren het condensaat uit het reservoir (9) Afb. 7
af via de aftapkraan (8) Afb. 7.
De olie moet om de 500 bedrijfsuren en ten minste een maal per jaar
ververst worden. Aftappen door dop (12) Afb. 2.
- 2l : 62 157 128 00
- 5l : 62 157 129 00
BELANGRIJK
In geval van bijzonder lage belastingsfactor kan door
onvoldoende verhitting van de machine condensvorming
in de oliebak ontstaan. Om te voorkomen dat de kwaliteit
van het smeermiddel door de aanwezigheid van water
ongunstig beïnvloed wordt en beschadiging van de machine
veroorzaakt, dient de staat van de olie regelmatig
gecontroleerd te worden. De olie MOET vervangen
worden zodra ze ondoorzichtig of wit van kleur wordt.
Klachten betreffende storingen die toegeschreven
moeten worden aan condensvorming kunnen in
geen geval onder de garantie vallen.
62 305 013 01

Werbung

loading