Scott Safety Phantom Vision Gebrauchsanleitung Seite 22

®
Phantom Vision
2. Reinig en ontsmet het gelaatstuk en het
binnenmasker en de riem met een spons in lauwe
oplossing van water en TriGene
eventueel hardnekkig vuil met een borstel (zorg
ervoor dat u het vizier niet krast).
3. Afspoelen onder de kraan.
4. Laat het masker opdrogen op een plek
beschermd tegen direkt zonlicht en warmte.
5. Vizierbescherming weer aanbrengen.
Ventilator en batterij
Niet in vloeistof onderdompelen.
Reinig met een spons en water + TriGene
De ventilator en de batterij zijn afgedichte eenheiden
en deze niet kunnen onderhouden worden.
De onderdelen vervangen
De afdichtrand en het binnenmasker moeten elke 5
jaar vervangen worden, ongeacht hun toestand.
De kleppen, de filterpakking en de O-ringen moeten
jaarlijks vervangen worden, ongeacht hun toestand.
ONDERHOUD
Opladen van de batterij ( Fig. 6)
De lader is alleen voor gebruik binnenshuis.
Nieuwe batterijpacks functioneren pas optimaal
nadat ze drie oplaadcycli hebben doorlopen.
Steek de lader in een netstopcontact. Steek de
kabel van de lader in de aansluiting van de batterij.
Gele lamp brandt
Groene lamp knippert
Groene lamp brandt
Gele lamp knippert
De ventilator vervangen
De ventilator is verkrijgbaar als reserveonderdeel.
De clip kan worden vervangt als deze beschadigd is.
1. Druk op de clip in zodat de ventilator los komt.
2. Plaats de stift van de nieuwe ventilator in het
gat dat bovenop de voorpoort ligt, en druk de clip op
zijn plaats.
Het vizier vervangen ( Fig. 8)
1. Verwijder de ventilator+binnenmasker en de
filter.
2. Verwijder de hoofdbanden (bovenste band).
3. Wrik open de
schroefkapje (deze mag niet geheel losgemaakt
worden).
4. Draai de schroeven los onder de afdekking
zodat de voorafdekking verwijderd kan worden.
Verwijder de voorpoort door met de vingers tegen
het achterdeel van het vizier te duwen.
5. Draai de twee schroeven van de vizierklem los,
verwijder de vizierklemmen en het vizier. Trek het
vizier los van de afdichtrand.
TM
. Verwijder
TM
.
= Stand-by
= Bezig met opladen
= Batterij is vol
= Defect
( Fig. 7)
uiteinden van de grijs
22
6. Controleer de O-ring (rondom de voorpoort) en
vervang indien nodig. Smeer de nieuwe O-ring in
met de smeermiddel Carbaflo.
7. Plaats de voorpoort op het nieuwe vizier, en
controleer dat de haak (4a) buiten het vizier
vastklikt. Bevestig
schroeven, en druk de schroefkapje op zijn plaats.
8. Steek het uitsteeksel op de bovenrand van het
vizier door de gat op de afdichtrand, en voer het
vizier in de uitsparing van de afdichtrand.
9. Breng de vizierklemmen aan met de schroeven
en bouten.
10. Bevestig de hoofdbanden.
Het binnenmasker vervangen
1. Verwijder de ventilator+binnenmasker.
2. Trek los de ventilator van het binnenmasker.
3. Vervang het binnenmasker. Voer de rand van
het nieuwe binnenmasker
uitsparing in ventilatorhuizing.
4. Plaats de ventilator+binnenmasker weer terug.
De inademklap vervangen
1. Verwijder de ventilator+binnenmasker.
2. Vervang de kleppen. Controleer dat de kleppen
vrij kunnen bewegen en dat deze vlak op het
binnenmasker liggen.
3. Plaats de ventilator+binnenmasker weer terug.
De uitademklap vervangen
1. Grijp de zitting van het klep met een tang vanuit
de binnenkant van het masker. Vervang de klep.
2. Duw de zitting op zijn plaats.
Clip vervangen ( Fig. 9)
1. Duw een schroevendraaier met platte punt
achter het lipje dat de clip op zijn plaats houdt. Houd
de ventilator stevig vast met de andere hand.
2. Duw recht naar beneden op het lipje. De clip
komt dan los uit de behuizing waarna de nieuwe clip
kan worden bevestigd.
OPSLAG
Wanneer de apparatuur niet gebruikt wordt, moet
deze worden bewaard in een schone, droge plaats,
beschermd tegen direkt zonlicht en warmte, tussen
o o
-10 C en +30 C, luchtvochtigheid (RH) onder 75 %.
AFVOER
Ventilator, batterij en kabelset – Zie pagina 10.
Masker – Maskers (zonder filters) zijn stortafval. Een
sterk vervuild masker en gebruikte filters zijn
schadelijk afval; zorg voor een correcte afvoer en
verwerking, rekening houdend met de gefilterde stof
(gas of partikels).
Filter – Filter moeten
overeenkomstig de lokale regelgeving betreffende
afvalverwerking. Filters P en A zijn normaal afval (en
kunnen bijvoorbeeld verbrand worden). Maar zij
vormen speciaal afval als zij gebruikt zijn voor
filtering van gevaarlijke substanties.
de voorafdekking met
voorzichtig in
worden afgevoerd
de
de