Onderhoud het apparaat in over-
–
eenstemming met de in de geb-
ruiksaanwijzing vermelde instruc-
ties.
–
Vermijd het werken bij lage tem-
peraturen.
–
Houd uw lichaam en in het
bijzonder de handen bij koud weer
warm.
–
Las regelmatig een pauze in en
beweeg daarbij de handen om de
doorbloeding te stimuleren.
Elektrische veiligheid
Het apparaat mag uitsluitend op
•
een stopcontact met naar behoren
geïnstalleerd
beschermcontact
aangesloten worden.
De beveiliging moet met een aard-
•
lekschakelaar (FI-schakelaar) met
een lekstroom van niet meer dan
30 mA gebeuren.
Voor het aansluiten van het appa-
•
raat moet gegarandeerd zijn, dat
de netaansluiting overeenkomt
met de aansluitgegevens van het
apparaat.
Het apparaat mag uitsluitend
•
binnen de aangegeven grenzen
voor spanning, vermogen en nom-
inaal toerental gebruikt worden
(zie typeplaatje).
De stekker niet met natte handen
•
vastnemen! De kabel altijd aan de
stekker, niet aan de kabel uittrek-
ken.
De kabel niet plooien, platdrukken,
•
er niet aan trekken of over rijden;
beschermen
hoeken, olie en hitte.
Apparaat niet aan de kabel optillen
•
of de kabel anders aan het eigen-
lijke gebruiksdoel onttrekken.
Controleer voor ieder gebruik de
•
stekker en de kabel.
Bij beschadiging van het netsnoer
•
onmiddellijk de stekker uittrekken.
Het apparaat nooit met beschad-
igd netsnoer gebruiken.
Als het apparaat niet gebruikt
•
wordt, moet de stekker altijd
uitgetrokken zijn.
Voor u de stekker in het stopcon-
•
tact steekt, moet het apparaat
uitgeschakeld zijn.
Voor u de stekker uittrekt het
•
apparaat altijd uitschakelen.
Apparaat bij het transport stroom-
•
loos schakelen.
Onderhoud
Bij alle werkzaamheden aan het
•
apparaat moet de stekker van de
voedingsadapter
losgekopppeld.
Uitsluitend de hier beschreven
•
onderhoudswerkzaamheden
de oplossingen voor het verhelpen
van storingen mogen worden
uitgevoerd.
werkzaamheden moeten door een
technicien worden uitgevoerd.
81
NL
tegen
scherpe
worden
en
Alle
overige